Je browser is verouderd en geeft deze website niet correct weer. Download een moderne browser en ervaar het internet beter, sneller en veiliger!

Veelgestelde vragen

Autorisatie

Ik krijg een foutmelding nadat ik ben ingelogd.

​​​​​Om te kunnen achterhalen wat er aan de hand is, horen wij graag welke foutmelding u krijgt. U kunt hiervoor een printscreen van uw foutmelding mailen naar info@dhd.nl. Vermeld hierbij uw gebruikersnaam, de naam van uw organisatie en het systeem/de browser waarmee u probeert in te loggen.

Laatst gewijzigd op

Hoe kan ik toegang krijgen tot een product/dienst van DHD (zoals de Diagnosethesaurus of het DHD-dashboard)?

Binnen uw ziekenhuis zijn een of meerdere lokaal beheerders aangewezen door uw raad van bestuur. De lokaal beheerder kan u gebruiksrechten verlenen voor een product of dienst van DHD via het DHD-accountbeheer.

​Weet u niet wie de lokaal beheerder is of welke lokaal beheerder geautoriseerd is voor het desbetreffende product? Neem dan contact met ons op.

Bent u zelf lokaal beheerder, maar heeft u deze rechten niet? Dan kunt u het 'wijzigingsformulier machtiging lokaal beheerder' invullen, deze laten ondertekenen door de raad van bestuur van uw ziekenhuis en sturen naar info@dhd.nl​. U vindt het formulier op de pagina Handleidingen en formulieren.

Bent u niet werkzaam binnen een ziekenhuis en wilt u toegang tot een van onze producten of diensten? Neem dan contact met ons op.

Contact

Laatst gewijzigd op

Het lukt niet om beveiligde bestanden uit te pakken.

U kunt een beveiligd ZIP-bestand uitsluitend uitpakken met de programma’s WinRAR, WinZip of 7-Zip voor Windows en Keka voor Apple/Mac, omdat de bestanden zijn beveiligd met een AES-versleuteling.

Heeft u geen van deze programma’s op uw computer geïnstalleerd, dan kunt u het bestand dus niet uitpakken (ook niet met het programma dat automatisch wordt opgestart vanuit Windows). Heeft u ondersteuning nodig bij de installatie van WinRAR, WinZip, 7-Zip of Keka, neem dan contact op met de IT-afdeling binnen uw ziekenhuis.

U pakt een beveiligd bestand als volgt uit:

  1. Sla het bestand op uw computer op.
  2. Klik met de rechtermuisknop op het ZIP-bestand, kies voor WinRAR, WinZip, 7-Zip of Keka en kies vervolgens voor ‘bestanden uitpakken’.
  3. Vul het wachtwoord in dat u van ons heeft ontvangen. Klik op 'Wachtwoord tonen' zodat u kunt controleren of u het wachtwoord juist heeft ingetypt. Let op dat u geen extra spaties aan het einde mee kopieert.
  4. Nu kunt u het bestand bekijken.

Mocht het nog steeds niet lukken, neem dan contact met ons op​.

Contact

Laatst gewijzigd op

Ik heb geen wachtwoord via sms ontvangen.

Mogelijk is uw mobiele nummer niet juist geregistreerd. Neem contact met ons op en wij kijken het graag voor u na.​

Contact

Laatst gewijzigd op

Ik ben mijn gebruikersnaam en/of wachtwoord vergeten.

​​​​​De lokaal beheerder binnen uw instelling kan uw gebruikersnaam opzoeken en indien nodig uw wachtwoord resetten. Bent u zelf lokaal beheerder? Neem dan contact met ons op.

Contact

Laatst gewijzigd op

Cataractregistratie

Hoe kan ik deelnemen aan de cataractregistratie?

​Voor deelnamemogelijkheden en andere praktische informatie over de cataractregistratie verwijzen we u naar deze pagina.

Laatst gewijzigd op

Kan een TOA, assistent of optometrist operaties invoeren voor de oogarts?

Ja, dit is mogelijk. De lokaal beheerder van uw instelling kan een persoonlijk account aanmaken voor ondersteuners (bijvoorbeeld optometristen). De oogarts kan de ondersteuners vervolgens individueel machtigen om namens hem/haar operaties te registreren en aan te vullen. Dit doet de oogarts via de pagina Machtigen accounts in de cataractregistratie. Machtigingen kunnen op elk moment worden verleend en ingetrokken.

Als de machtiging is toegekend, logt de ondersteuner in met zijn/haar persoonlijke account en geeft tijdens het registratieproces aan voor welke oogarts hij/zij de registratie invult.

Weet u niet wie de lokaal beheerder is, neem dan contact met ons op.

Contact

Laatst gewijzigd op

Mijn BIG-code en/of AGB-code klopt niet en ik kan dit niet wijzigen. Hoe kan de code toch worden gecorrigeerd?

​Beide velden worden eenmalig door de gebruiker ingevuld. De BIG-code is verplicht om in te vullen voordat de registratie kan worden gebruikt. De AGB-code kan eventueel later worden ingevuld. Nadat de velden zijn ingevuld, kunnen de BIG- en AGB-code niet meer door de gebruiker worden gewijzigd. Is er toch een wijziging nodig? Neem dan contact met ons op.

NB: De BIG-codes zijn te vinden op de website van het BIG-register en de AGB-codes op de website van Vektis.

Contact

Laatst gewijzigd op

Volgens het veld ‘Ervaring’ ben ik ‘in opleiding’, maar ik ben al oogarts. Hoe kan ik dit veranderen?

​Vermoedelijk is er geen AGB-code ingevuld in uw profiel. Bij het ontbreken van deze code blijft het veld ‘Ervaring’ in het profiel op ‘In opleiding’ staan. Alleen oogartsen (medisch specialisten) hebben namelijk een persoonlijke AGB-code. Na het invullen van de AGB-code staat er ‘Oogarts’ in het veld.

NB: De AGB-codes zijn te vinden op de website van Vektis.

Laatst gewijzigd op

Kan ik de registratiepagina ook met mijn toetsenbord invullen?

Voor de navigatie op de registratiepagina kunt u gebruikmaken van onderstaande sneltoetsen:

  • Met tab navigeert u van het ene veld naar het volgende veld en met shift + tab springt u een veld terug;
  • Met spatie vouwt u een dropdown-menu open en bij de multiselect-menu's (de)selecteert u opties met spatie;
  • Met de pijltoetsen kunt u in een dropdown-menu naar boven en beneden scrollen.

Deze functionaliteit werkt niet goed in Internet Explorer. Gebruik daarom bij voorkeur een andere browser zoals Chrome, Firefox, Edge of Safari.

Laatst gewijzigd op

Welke informatie is beschikbaar in het dashboard?

Het dashboard is grofweg onderverdeeld in drie verschillende soorten informatie: patiëntkenmerken, operatiekenmerken en uitkomsten. Per facet zijn verscheidene tabbladen met informatie beschikbaar. U kunt uw cijfers op al deze facetten spiegelen. Dit is mogelijk op meerdere niveaus: binnen de eigen instelling (instellingen met meerdere locaties kunnen cijfers ook per locatie vergelijken) en op landelijk niveau. Daarbij kunt u kiezen enkel te spiegelen aan vergelijkbare instellingen, bijvoorbeeld academische ziekenhuizen, of aan alle zorginstellingen.

In uw analyse kunt u de resultaten verder specificeren door bepaalde filters te gebruiken. Zo kunt u filteren op specifieke kenmerken van patiënten (zoals leeftijd of complicerende of visusbeperkende factoren) of van operaties (zoals type anesthesie, operatie of lens).

Het dashboard is alleen toegankelijk voor operateurs. Ondersteuners die de operateurs ondersteuning bieden bij de handmatige registratie hebben geen toegang tot het dashboard.

Laatst gewijzigd op

Hoe vaak wordt de informatie in het dashboard geüpdatet?

Het dashboard wordt wekelijks bijgewerkt met nieuw aangeleverde data. Handmatig ingevoerde operaties worden pas in het dashboard getoond als de status van ‘concept’ is gewijzigd naar ‘geaccordeerd’.

Het dashboard maakt gebruik van de gegevens op de profielpagina. Wijzigingen in de profielpagina worden ook wekelijks verwerkt in de weergave in het dashboard. Als u een nieuwe gebruiker bent vanuit een zorginstelling die aanlevert via het Datahub-portaal of FHIR, kan het daarom nadat u uw profielpagina heeft ingevuld een week duren voordat uw operaties zijn ingeladen in het dashboard.

Laatst gewijzigd op

Hoe voorkom ik dat ik meermaals achter elkaar moet inloggen op cataract.dhd.nl?

Maakt u met tussenpozen kleiner dan 60 minuten gebruik van de cataractregistratie? Dan hoeft u niet opnieuw in te loggen, mits u de sessie met de cataractregistratie open laat staan en in diezelfde sessie binnen 60 minuten weer verder werkt. De maximale inactiviteitsduur is namelijk 60 minuten, dus mocht u langer dan 60 minuten niet actief zijn, dan wordt u automatisch uitgelogd. Als u de sessie/browser/werkplek afsluit, moet u opnieuw inloggen als u weer toegang wilt tot de cataractregistratie.

Laatst gewijzigd op

In onze zorginstelling registreren we momenteel handmatig, maar zouden we graag overstappen op elektronische data-aanleveringen. Hoe gaat dit in zijn werk?

​Er zijn momenteel drie manieren om data aan te leveren aan de cataractregistratie: handmatig via de registratiepagina, elektronisch aan de hand van XML-bestanden of elektronisch via FHIR. Deze laatste is de meest ideale aanleverroute, waarbij de kwaliteitsregistratie via een elektronische uitwisseling tussen epd’s en centrale registratie automatisch wordt gevuld. Dit gebeurt geheel volgens het principe ‘Registratie aan de bron’.

Zolang uw zorginstelling nog niet is uitgerust met elektronische uitwisseling (FHIR of XML) kunnen de operaties alleen via de registratiepagina worden ingevoerd.

Pilots voor FHIR en XML bevinden zich in de afrondende fase. Lees voor meer informatie over FHIR dit artikel of ga naar de website van het NOG. Heeft u vragen of bent u geïnteresseerd in de mogelijkheden voor uw zorginstelling? Neem dan contact op met de Servicedesk.

Contact

Laatst gewijzigd op

Kunnen mijn eerder vastgelegde data vanuit In Summa worden toegevoegd aan de huidige cataractregistratie?

Ja, dit kan zeker. Als u het veld ‘Gebruikersnaam in oude omgeving’ bij uw profielinstellingen heeft ingevuld, worden de historische data toegevoegd aan het dashboard en de tabel op de overzichtspagina. Middels het filter ‘Operatiedatum’ in het dashboard kunt u in uw analyses ervoor kiezen gericht naar de historische data te kijken of om deze juist uit te sluiten. Met het oog op de gebruikssnelheid van de tool gaan de historische data terug tot en met januari 2019.

Er zijn een aantal beperkingen van toepassing:

  • Een operateur kan zijn of haar historische data maar aan één account koppelen. Werkt deze operateur in twee instellingen, dan heeft deze operateur in de huidige registratie twee accounts. De historische data zijn echter niet gescheiden per instelling verzameld en kunnen daardoor maar aan één van de accounts gekoppeld worden.
  • In de huidige cataractregistratie moet de combinatie van deze drie parameters uniek zijn in een registratie: patiëntnummer, ODS en operatiedatum. Bij de oude registratie was dit geen vereiste, waardoor sommige operaties dubbel zijn geregistreerd. Bij het koppelen van de historische data aan de huidige registratie kunnen we deze dubbele records helaas niet meenemen.
  • De oude registratie bevatte niet precies dezelfde informatie die nu verzameld wordt. Zo is er bijvoorbeeld geen informatie beschikbaar over heroperaties.

Als u uw ‘Gebruikersnaam in oude omgeving’ onder ‘Profielinstellingen’ heeft ingevuld, maar nog geen historische data ziet, kunt u het volgende doen:

  1. Controleer of u dit veld heeft ingevuld in op de profielpagina. Mocht u deze nog niet hebben ingevuld, vul deze dan in.
  2. Mocht u deze al wel hebben ingevuld, maar toch geen data zien: controleer dan of de door u ingevulde gebruikersnaam in het veld ‘Gebruikersnaam in oude omgeving’ precies overeenkomt met uw oude In Summa-gebruikersnaam. Let op gebruik van hoofdletters en spaties. Het veld moet precies hetzelfde zijn.
  3. Mocht u bovenstaande checks hebben gedaan en toch geen historische data zien, laat dit dan aan ons weten door contact op te nemen met 030 799 61 65 of info@dhd.nl. Wij zullen vervolgens onderzoeken waarom u geen historische data ziet.

Let op: Elk weekend wordt de registratie geüpdatet. Als uw ingevulde gebruikersnaam overeenkomt met één van de gebruikersnamen die DHD van In Summa heeft ontvangen, dan komen de historische data beschikbaar op de maandag na het correct invoeren van de gebruikersnaam.

Laatst gewijzigd op

Kan ik de gegevens van de cataractregistratie automatisch in OmniQ laten invullen?

Met ingang van registratiejaar 2021 importeert DHD de cataractgegevens in OmniQ om dubbele registratielast tegen te gaan. In OmniQ hoeft uw zorginstelling vanaf dan enkel nog de aantallen te controleren en accorderen. Nadat uw raad van bestuur de doorlevering heeft ondertekend, levert DHD de cataractgegevens door aan het Zorginstituut Nederland voor de Transparantiekalender.

Hiervoor is geen aanvullend machtigingsformulier nodig, aangezien dit al in de dienstverleningsovereenkomst is opgenomen.

Laatst gewijzigd op

Datahub

Wat is de Datahub?

De Datahub van DHD faciliteert zorginstellingen bij het aanleveren van data, waaronder die voor kwaliteitsregistraties. Hiervoor is een webportaal met achterliggende ontvangststraat ontwikkeld en ingericht. In het Datahub-portaal kunnen zorginstellingen de data aanleveren en de verwerking volgen.

Laatst gewijzigd op

Ik wil aanleveren via het Datahub-portaal. Wat heb ik hiervoor nodig?

Hiervoor moeten twee productrechten aan uw DHD-account gekoppeld zijn: een recht voor toegang tot het Datahub-portaal en een recht voor de betreffende aanlevering/kwaliteitsregistratie. Weet u niet wie binnen uw ziekenhuis de betreffende lokaal beheerder is? Neem dan contact met ons op via info@dhd.nl.

Indien de lokaal beheerder deze rechten zelf nog niet heeft of als er een nieuwe lokaal beheerder moet worden aangemaakt, kan hiervoor een aanvraagformulier worden ingevuld die moet worden ondertekend door de raad van bestuur van uw ziekenhuis. U vindt de diverse formulieren in Mijn DHD op de pagina ‘Ondersteuning’ of kunt deze aanvragen via info@dhd.nl.

Laatst gewijzigd op

Hoe lever ik een bestand aan via de Datahub?

Via https://datahub.dhd.nl bereikt u het Datahub-portaal. Klik na inloggen in de bovenste balk op de pagina ‘Bestanden aanleveren’. Klik vervolgens op het rood omlijnde veld om de verkenner te openen of sleep een bestand in het veld. Als de bestandsnaam nog niet volledig is, kunt u deze aanvullen met behulp van de velden die verschijnen. Daarna klikt u op ‘controleren’ en ‘aanleveren’.

Laatst gewijzigd op

Welk volgnummer moet ik invullen?

Elk bestand dat op dezelfde aanmaakdatum wordt aangemaakt, krijgt een nieuw volgnummer om te zorgen dat altijd zichtbaar is wat het laatst aangemaakte bestand is. Het volgnummer met de aanmaakdatum moet een unieke combinatie zijn. Het volgnummer start bij 1 voor het eerste bestand dat is aangemaakt op datum x en het tweede bestand op datum x krijgt volgnummer 2. Op datum x+1 krijgt het eerste bestand weer volgnummer 1.

Laatst gewijzigd op

Welk instellingsonderdeel moet ik invullen?

Het instellingsonderdeel is de code om een locatie aan te geven, of een volgnummer van de aanleverende instelling zoals afgesproken met DHD (indien er geen specifiek instellingsonderdeel is afgesproken, wordt hier waarde 1 gebruikt). Indien u hebt aangeleverd onder een incorrect instellingsonderdeel, dan zult u het bestand niet terugzien in het overzicht van aangeleverde bestanden. Weet u niet wat het instellingsonderdeel is, neem dan contact met ons op via info@dhd.nl.

Laatst gewijzigd op

Waar vind ik het verwerkingsverslag van een aangeleverd bestand?

Op de pagina ‘Aangeleverd’ klikt u op ‘Details’ achter de aanlevering waarvan u het verwerkingsverslag wilt zien. Kies vervolgens voor het tabblad ‘Verslag’.

Voor afgekeurde aanleveringen en aanleveringen met fouten kunt u vanaf de homepagina direct op ‘Details’ klikken.

Laatst gewijzigd op

Wat betekent de verwerkingsstatus van het bestand?

De statussen betekenen het volgende:

  • Afgekeurd: er is (minimaal) één bestandsfout.
  • Verwerkt met fouten: er is minimaal één data-inhoudelijke fout (recordfout of celfout).
  • Verwerkt met waarschuwingen: er zijn alleen waarschuwingen.
  • Verwerkt: er zijn geen fouten of waarschuwingen.

Laatst gewijzigd op

Wat gebeurt er met fouten in de data?
  • Bestand fout: Gehele bestand wordt afgekeurd, er wordt niks opgeslagen.
  • Record fout: Record wordt niet verwerkt en dus niet opgeslagen. Dit is inclusief onderliggende onderdelen in een XML, indien dit van toepassing is op de registratie.
  • Cel fout: Waarde in cel wordt niet verwerkt en opgeslagen, de rest van de gegevens in het record worden wel verwerkt en opgeslagen.
  • Waarschuwing: Alle gegevens in het veld/record worden verwerkt en opgeslagen, er komt alleen een melding.

Laatst gewijzigd op

Wat is het verschil tussen een waarschuwing en een fout?

Bij een fout wordt de aangeleverde waarde niet opgeslagen in de database, en zal het ook niet worden getoond in informatieproducten. Een fout in een verplicht veld moet worden verbeterd als het te zien moet zijn in een informatieproduct. Het verschilt per registratie of alle fouten moeten worden opgelost voordat data zichtbaar worden in informatieproducten.

Een waarschuwing is een melding ter kennisgeving; er is mogelijk iets om te verbeteren in de data. De aangeleverde waarde wordt opgeslagen in de database.

Laatst gewijzigd op

Moeten fouten worden opgelost voordat mijn data zichtbaar worden in een informatieproduct?

Het verschilt per registratie of alle fouten moeten worden opgelost voordat data zichtbaar worden in informatieproducten. Dit staat aangegeven in de data dictionary of eventueel de handleiding van de registratie. Deze zijn te vinden op de productpagina van de registratie (zie volgende vraag).

Laatst gewijzigd op

Ik heb fouten/waarschuwingen in mijn aanlevering, waar vind ik wat ik wél moet invullen?

De aanleverspecificaties/data dictionary en eventueel de handleiding bevinden zich voor elke registratie op de betreffende productpagina: zie blauwe kader op deze pagina. In deze documenten staat bij ‘bestandsinhoud’ voor elk veld beschreven wat er kan worden ingevuld. Ook kan het voorbeeldbestand een beter beeld geven van de specificaties van de aanlevering.

Laatst gewijzigd op

Wat is een XSD?

Een XSD (XML Schema Definition) beschrijft de specifieke structuren van het XML-bestand. Hierdoor is beter te begrijpen waaraan het XML-bestand moet voldoen. In de XSD wordt bijvoorbeeld vastgelegd hoe vaak een data-element kan voorkomen en van wat voor type het data-element moet zijn. Bijkomend voordeel is dat het XSD-bestand ook de structuur van de XML kan valideren.

Laatst gewijzigd op

Hoe valideer ik een XML?

De XML kunt u valideren met behulp van het XSD-bestand. Dit bestand is onderdeel van de data dictionary. Voor het valideren kunt u bijvoorbeeld Notepad++ gebruiken. Voor Notepad++ bestaat de plugin ‘XML tools’ waarmee met behulp van de optie ‘Validate now’ de XML tegen de XSD kan worden gevalideerd.

Laatst gewijzigd op

Hoe meld ik me af voor e-mails over aangeleverde bestanden?

Neem hiervoor contact op met info@dhd.nl en geef aan over welke aanlevering(en) het gaat.

Laatst gewijzigd op

DHD-dashboard

Waar vind ik het DHD-dashboard?

Het DHD-dashboard kan sinds 7 augustus 2023 alleen nog maar worden gebruikt voor toegang tot de Verkoopprijzenbenchmark.

Op de Verkoopprijzenbenchmark na zijn alle modules uit het DHD-dashboard de afgelopen maanden als zelfstandige informatieproducten in Power BI gepubliceerd. Elke tool heeft afzonderlijke gebruikersrechten en een eigen URL.

Zowel de andere informatieproducten, als de downloadbestanden kunt u bereiken via de eigen URL en via Mijn DHD.

  • De producten vindt u op de pagina ‘Producten’ onder het thema ‘Bedrijfsvoering & financiën’ en via de uitschuifbare groenblauwe navigatiebalk rechts in beeld.
  • Deze navigatiebalk is ook in de tools zelf beschikbaar, zodat u eenvoudig van de ene tool naar de andere kunt navigeren.
  • U kunt ook zelf snelkoppelingen naar maximaal 4 tools aanmaken via het onderdeel ‘Favoriete producten’ op de homepage.
  • De downloads vindt u onder de betreffende productnaam op de pagina ‘Downloads’ (of rechtstreeks via https://mijn.dhd.nl/#/downloads)

Momenteel zijn we druk bezig om ook de Verkoopprijzenbenchmark om te zetten naar Power BI. Zodra dat gerealiseerd is, wordt het DHD-dashboard als geheel uitgefaseerd.

Naar Mijn DHD

Laatst gewijzigd op

Diagnosethesaurus

Hoe kan een specialisme het gebruik van de Diagnosethesaurus en de uitkomsten daarvan binnen het eigen ziekenhuis monitoren?

Wij adviseren medisch specialisten om elke door de Diagnosethesaurus voorgestelde DBC-diagnose kritisch te bezien en indien nodig deze te overschrijven met de juiste DBC-diagnose. Mocht dit gebeuren, koppel dit dan terug aan de zorgadministratie in uw ziekenhuis en aan uw wetenschappelijke vereniging, zodat hierop een wijziging van de Diagnosethesaurus kan worden aangevraagd.

Na het implementeren van de Diagnosethesaurus is het aan te raden dat het betreffende specialisme, samen met de zorgadministratie, de eerste maanden monitort of een verschuiving van DBC-diagnosen plaatsvindt ten opzichte van de maanden voor de implementatie. Opvallende verschuivingen kunnen een aanleiding zijn om de afleiding naar de DBC-diagnose nader te bezien.

Daarnaast is het zinvol dat het specialisme afspreekt met de zorgadministratie dat medisch codeurs steekproefsgewijs controles en eventuele correcties uitvoeren op de afgeleide ICD-10 codes. Verbeteringen kunnen leiden tot een wijzigingsvoorstel.​

Tot slot kan het specialisme overwegen om met de vakgroep de referentietermen te doorlopen die de Diagnosethesaurus aanbiedt, om te bepalen welke termen in de praktijk het meest worden gebruikt. Deze kunnen bij de implementatie van de Diagnosethesaurus in het epd worden toegevoegd aan een favorietenlijst. Hiermee wordt het kiezen van een referentieterm – en daarmee het afleiden van DBC-diagnose en ICD-10 code – versneld.

Laatst gewijzigd op

Wat is de verantwoordelijkheid van de medisch specialist in het totale registratieproces?

​In het verleden bleek af en toe onduidelijkheid te bestaan over het doel van de Diagnosethesaurus. Sommige toekomstige gebruikers leefden in de veronderstelling dat de Diagnosethesaurus er vooral is voor registratie van de ICD-10 of de financiële registratie. En dat medisch specialisten daarmee verantwoordelijk zouden zijn voor eventuele fouten bij die registratie. Dat is nadrukkelijk niet het geval.

Het doel van de Diagnosethesaurus is de arts te ondersteunen bij het eenmalig vastleggen voor meervoudig gebruik. De Diagnosethesaurus maakt het eenduidig registreren van de klinisch relevante diagnose in het elektronisch patiëntendossier (epd) mogelijk. De kwaliteit van de output hangt af van alle schakels in de keten: epd – Diagnosethesaurus – arts – zorgadministrateur – medisch codeur – beheerder epd – ICT. Elke schakel in deze keten, dus niet alleen de arts, heeft in die keten zijn eigen verantwoordelijkheid. De uiteindelijke output is dus niet de verantwoordelijkheid van de arts.​

Laatst gewijzigd op

Wat is in de Diagnosethesaurus het verschil tussen een hoofd- en een nevendiagnose?

Dezelfde diagnoseterm kan bij meerdere specialismen voorkomen. Als de diagnose bij bijvoorbeeld het specialisme Cardiologie tot de hoofddiagnose behoort, zal er altijd een afleiding naar een DBC-diagnosetypering zijn opgenomen. Bij een nevendiagnose zal geen afleiding naar een DBC-diagnosetypering zijn opgenomen. Bij elke diagnoseterm – hoofd- of nevendiagnose – is een afleiding naar ICD-10 opgenomen.​

Laatst gewijzigd op

Waarvoor kan een medisch specialist de Diagnosethesaurus gebruiken?

De arts gebruikt de Diagnosethesaurus om een hoofd- of een nevendiagnose gestructureerd vast te leggen in het epd van de patiënt, in klinisch relevante termen. Dit kan het vastleggen van de diagnose in vrije tekst (deels) vervangen. Vervolgens wordt de DBC-diagnosetypering geautomatiseerd afgeleid van de vastgestelde diagnoseterm; bij meervoudige afleidingen zal de arts de juiste afleiding moeten kiezen. Tot slot wordt ook de ICD-10 geautomatiseerd afgeleid van de gekozen hoofd- of nevendiagnose.​

Laatst gewijzigd op

Ik wil graag een term of afleiding in de Diagnosethesaurus laten aanpassen. Hoe doe ik dit?

Op deze pagina leest u in welke gevallen u een wijzigingsverzoek kunt indienen en hoe u dat doet.​​

Laatst gewijzigd op

Waarom worden wijzigingen niet met terugwerkende kracht ingevoerd?

​​Wijzigingen krijgen als begindatum altijd de eerste dag van de eerstvolgende maand na de laatste uitlevering. De einddatum van een concept, term of afleiding is de laatste dag van de maand van de laatste uitlevering.​

Voor registratie in de klinische praktijk zou het doorvoeren van terugwerkende kracht mutaties wellicht wenselijk zijn. Echter kunnen automatisch doorgevoerde terugwerkende kracht mutaties veel problemen in IT-systemen veroorzaken, zeker bij het muteren van afleidingen van al afgesloten subtrajecten. Daarom zal DHD bij uitleveringen waarbij mutaties zijn doorgevoerd die eigenlijk in het verleden al in werking hadden mogen treden, dit expliciet aangeven in de release notes. Zo kan een ziekenhuis er altijd voor kiezen om zelf handmatig benodigde aanpassingen in dossiers door te voeren.

Laatst gewijzigd op

Hoe is de lateraliteit gewaarborgd in de Diagnosethesaurus?

In uitleverformaat 4.2 van de thesauri kunnen voor lateraliteit de volgende waarden worden geselecteerd: ‘Altijd van toepassing’, ‘Mogelijk van toepassing’, ‘Nooit van toepassing’, ‘Links’ (indien altijd een linkszijdige diagnose of verrichting), ‘Rechts’ (indien altijd een rechtszijdige diagnose of verrichting), ‘Beiderzijds’ (indien altijd een bilaterale diagnose of verrichting) of 'Niet bepaald'. Hoe dit in de interface aan de gebruiker wordt getoond, is afhankelijk van de gebruikte software.

Laatst gewijzigd op

Ik kan een voorkeursterm niet vinden in de Diagnosethesaurus

Mogelijk zoekt u op een manier die niet overeenkomt met hoe de voorkeursterm in de Diagnosethesaurus is opgenomen. Voor uitgebreidere zoekmogelijkheden in de Verrichtingen- en Diagnosethesaurus hebben wij de T-Rex ontwikkeld. Met de T-Rex kunt u alle voorkeurstermen in de Diagnose- en Verrichtingenthesaurus vinden die een (deel van een) woord van uw zoekopdracht bevatten. U vindt de T-Rex hier.

Vindt u de voorkeursterm alsnog niet, dan komt de diagnose mogelijk niet voor in de Diagnose​thesaurus. In dat geval kunt u onder bepaalde voorwaarden een wijzigingsverzoek aanvragen. Klik hier voor meer informatie.

Naar de T-Rex

Laatst gewijzigd op

Gegevensverzoeken

Ik ben wetenschappelijk onderzoeker en wil graag LBZ-data ontvangen via het CBS. Is dat mogelijk?

Ja, het is mogelijk om data vanuit de LBZ te ontvangen via de remote access van het CBS. De procedure hiervoor is als volgt:

  1. Eerst dient u een aanvraag in bij het CBS.
  2. Als het CBS de aanvraag heeft goedgekeurd, dient u een gegevensaanvraag​ in bij DHD middels het aanvraagformulier op de website.
  3. Wij gaan samen met het CBS na of de data volledig aanwezig zijn bij het CBS. Het kan zijn dat de data moeten worden aangevuld.
  4. Ter compensatie voor de kosten die ziekenhuizen maken voor het verzamelen van de data vragen wij een gebruikersvergoeding. Hiervoor dient u een offerte bij ons in. De gebruikersvergoeding kan bestaan uit alleen de informatiewaarde van de data of ook de handelingskosten.
  5. Zodra wij de door u ondertekende offerte hebben ontvangen, informeren wij het CBS dat u gebruik kunt maken van de gegevens uit de LBZ.

Laatst gewijzigd op

Ik ben student en voor mijn onderzoek heb ik ziekenhuisdata op geaggregeerd niveau nodig. Hoe kan ik hier de beschikking over krijgen?

​We adviseren u om eerst de informatie te raadplegen die instellingen als CBS, RIVM en de Hartstichting op basis van de LBZ beschikbaar stellen. Geaggregeerde informatie uit onze databases wordt kosteloos beschikbaar gesteld voor onderzoeksdoeleinden (zoals https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/). Voor financiële data kunt u ook kijken op de website van de NZa over open DIS-data.​ Als u toch een aanvraag bij ons wenst in te dienen, verwijzen wij u daarvoor naar onze procedure.

Laatst gewijzigd op

Ik ben medewerker van een ziekenhuis en wil graag eigen data ontvangen. Is dat mogelijk?

​​Ja, dat is mogelijk. We controleren of u bij ons als rechtmatige ontvanger bent geregistreerd. Zo niet, dan dient u toestemming van de raad van bestuur van uw ziekenhuis te hebben. ​

Er zijn geen kosten verbonden aan uw aanvraag van data van het eigen ziekenhuis, mits uw gegevensaanvraag binnen een redelijke tijdsinvestering kan worden afgehandeld.

Laatst gewijzigd op

Ik ben medewerker van een ziekenhuis en wil graag eigen data afzetten tegen een benchmark (bijvoorbeeld peergroup of landelijk gemiddelde). Is dat mogelijk?

Dat is mogelijk. Als de data niet standaard via het DHD-dashboard worden geleverd, kunt u een gegevensverzoek indienen. Hier zijn handelingskosten mee gemoeid.

Laatst gewijzigd op

Kan ik data van een of meerdere ziekenhuizen op gedetailleerd niveau verkrijgen? Dat wil zeggen: op patiënt- en opnameniveau met alle kenmerken van de patiënt (geslacht, leeftijd, postcode, (neven)diagnosen).

Het gaat hier om data die herleidbaar zijn tot personen en/of instellingen. Voor deze aanvraag is een schriftelijke opdracht van de betreffende ziekenhuizen vereist. Zonder opdracht mogen wij dergelijke data niet leveren. DHD stelt hiervoor een opdrachtformulier op. De raden van bestuur kunnen dit formulier vervolgens ondertekenen.

Laatst gewijzigd op

Ik heb de data van meerdere ziekenhuizen nodig. Kan ik deze data op geaggregeerd niveau ontvangen?

Het is mogelijk om data te ontvangen op een geaggregeerd niveau, mits deze niet herleidbaar zijn tot instellingen en/of personen. Bijvoorbeeld: aandoeningen per provincie kunnen in een tabelvorm worden weergegeven zonder instellinggegevens of verdere persoonskenmerken. DHD controleert per dataset of de gegevens niet herleidbaar zijn en behoudt zich het recht voor om specificaties aan te passen indien bij het samenstellen van de dataset blijkt dat deze herleidbaar is. Dit doen wij uiteraard in overleg met u.

Laatst gewijzigd op

Ik heb eerder een gegevensverzoek ingediend dat is gehonoreerd. Voor dit gegevensverzoek heb ik ook al betaald. Mag ik dezelfde data opnieuw gebruiken voor een nieuw onderzoek?

Indien het een nieuw onderzoek/project betreft, dient u opnieuw een aanvraag in via het aanvraagformulier op onze website. In dat geval zal het gebruiksdoel opnieuw worden beoordeeld en zullen er eventueel kosten in rekening worden gebracht.

Laatst gewijzigd op

Kan ik namens een organisatie in het buitenland data bij DHD opvragen?

Als het gaat om een gegevensverzoek voor een organisatie die niet in Nederland is gevestigd, zal de aanvraag worden afgewezen. De LBZ-data dienen in de eerste plaats als grondstof voor de informatieproducten die wij ontwikkelen met en voor de ziekenhuizen in Nederland.

Laatst gewijzigd op

Kan ik data bij DHD opvragen en die gebruiken voor marketing of commerciële doeleinden?

Helaas past de doelstelling van uw gegevensverzoek niet binnen ons beleid voor het uitleveren van data. Onderdeel van dit beleid is dat data, zowel patiëntgebonden als instellingsgebonden data, niet worden gedeeld voor marketing of commerciële doeleinden. Deze data kunnen alleen worden gedeeld als we van de individuele ziekenhuizen een opdracht hebben ontvangen.

Laatst gewijzigd op

Geneesmiddelenmonitor

Waar vind ik de Geneesmiddelenmonitor?

U vindt de Geneesmiddelenmonitor op Mijn DHD via onderstaande button.

Naar Mijn DHD

Laatst gewijzigd op

Hoe krijg ik toegang tot de Geneesmiddelenmonitor?

Om gebruik te kunnen maken van de Geneesmiddelenmonitor dient u hiervoor geautoriseerd te zijn door de lokaal beheerder(s) in uw ziekenhuis. Dit gebruiksrecht is aanvullend aan het algemene gebruiksrecht voor het DHD-dashboard. Op de pagina 'Producten' in Mijn DHD kunt u toegang vragen aan uw lokaal beheerder.

Bent u lokaal beheerder en zelf niet geautoriseerd voor de Geneesmiddelenmonitor? Vul dan een Wijzigingsformulier lokaal beheerder in. U vindt dit formulier op de pagina 'Ondersteuning' in Mijn DHD.

Naar Mijn DHD

Laatst gewijzigd op

Heropnamenratio

Wat is de indicator Heropnamenratio en hoe wordt deze berekend?

Een heropname is gedefinieerd als een klinische opname binnen 30 dagen na de ontslagdatum van de klinische indexopname van de patiënt. De indexopname is de opname vóór de heropname. Voor de berekening van de Heropnamenratio wordt het werkelijke (waargenomen) aantal heropnamen van een ziekenhuis afgezet tegen het verwachte aantal heropnamen dat is berekend aan de hand van de landelijke cijfers.

Het CBS heeft het heropnamenmodel berekend, waarbij is gecorrigeerd op factoren die de kans op een heropname kunnen beïnvloeden. Deze factoren zijn: leeftijd, geslacht, sociaaleconomische status, de zwaarte van de hoofddiagnose, nevendiagnosen, urgentie van opname, herkomst, jaar van ontslag en maand van opname. Voor een uitgebreide toelichting op deze berekeningswijze kunt u het methodenrapport van de Heropnamenratio op de website van het CBS raadplegen. Het resultaat van deze modelberekening is door DHD gebruikt om de Heropnamenratio per ziekenhuis te berekenen.

Laatst gewijzigd op

Waarom wordt de Heropnameratio berekend?

Het is belangrijk om inzicht te krijgen in heropnamen omdat een ongeplande heropname een ongemak voor de patiënt is, de werkdruk verhoogt en extra kosten met zich meebrengt voor ziekenhuizen. Er zijn verschillende oorzaken van heropnamen, zoals een plotselinge verslechtering van de toestand van de patiënt, onvoldoende nazorg na ontslag of een patiënt die zich niet aan de aanbevolen levensstijl of medicatie houdt. Heropnamen kunnen echter ook het gevolg zijn van een complicatie die is opgetreden na ontslag. Daarnaast kan onvoldoende diagnostiek of behandeling tijdens de opname ervoor zorgen dat een volgende opname noodzakelijk is. Onderzoek heeft aangetoond dat ongeveer 30% van de heropnamen potentieel vermijdbaar is. Door heropnamen verder te analyseren kunnen ziekenhuizen de heropnamen identificeren die mogelijk vermijdbaar waren. Aan de hand hiervan kan een plan worden opgesteld om de zorg te verbeteren en het aantal ongeplande heropnamen te reduceren.

Laatst gewijzigd op

Welke opnamen worden uitgesloten bij de berekening van de indicator Heropnamenratio?
  • Oncologie, Obstetrie en Psychiatrie zijn uitgesloten van de heropnameberekening; deze zijn geëxcludeerd in zowel de indexopnamen als de heropnamen. Heropnamen in deze drie diagnosegroepen worden vaak gezien als noodzakelijk onderdeel van de zorg.
  • Heropnamen vanwege socio-economische en psychosociale omstandigheden worden niet meegerekend. Wanneer dit als hoofddiagnose is geregistreerd, wordt de betreffende opname niet meegerekend bij de volgende groepen:
    • Personen met potentiële gezondheidsrisico’s verband houdend met socio-economische en psychosociale omstandigheden (Z55-Z65).
    • Personen die in contact komen met gezondheidszorg wegens overige omstandigheden (Z70-Z76).
  • Een opname waarin een patiënt overlijdt, telt niet mee als indexopname omdat er logischerwijs geen kans is op een heropname. Overleden patiënten worden dus niet meegenomen in de noemer van de indicator. Een opname waarin een patiënt overlijdt, kan wel tellen als een heropname als deze binnen dertig dagen na een eerdere opname plaatsvond. Overleden patiënten tellen dus wel mee in de teller van de indicator.
  • Patiënten waarvan in de LBZ geen postcode is geregistreerd en patiënten die niet in Nederland wonen, worden voor de berekening beschouwd als buitenlanders en worden niet meegenomen in het model.
  • Transfers worden in onderstaande gevallen uitgesloten. Van dergelijke opnamen wordt aangenomen dat het om geplande zorg gaat, bijvoorbeeld herstel na een operatie. Deze exclusie is op basis van input van ziekenhuizen en onderzoek vastgesteld.
    • Indien de patiënt op de dag van ontslag in een ander ziekenhuis wordt opgenomen, wordt een eventuele vervolgopname binnen 30 dagen in het eigen ziekenhuis niet als heropname geteld.
    • Indien de patiënt op de dag van opname is ontslagen uit een ander ziekenhuis en er is in de 30 dagen daaraan voorafgaand ook een opname geweest in het eigen ziekenhuis, wordt dit niet geteld als een heropname.
  • Met ingang van registratiejaar 2022 worden gastverblijven niet meer meegeteld voor de Heropnamenratio, omdat dit geen echte klinische opnamen betreffen. Het effect hiervan op deze indicatoren is klein. Deze aanpassing is als volgt verwerkt:
    • Opnamen met een gastverblijf als hoofddiagnose (ICD-10 codes Z76.2, Z76.3 en Z76.4) zijn uitgesloten.
    • Opnamen waarbij voor het volledige verblijf gastverblijfdagen zijn geregistreerd (ZA-codes 190033 en 190032 en CBV-codes 339911 en 339912), zijn uitgesloten.
    • Voor de Heropnamenratio zijn de gastverblijven uitgesloten bij zowel de indexopnamen als de heropnamen.
  • De opnamen voor COVID-19 worden met ingang van registratiejaar 2022 wél meegenomen in de indicatoren, in tegenstelling tot voorgaande jaren. Het CBS heeft dit jaar bij de berekening van het nieuwe heropnamenmodel een model voor COVID-19 ontwikkeld. DHD heeft dit model toegepast om de heropnamenratio’s van COVID-19-patiënten te berekenen.

Laatst gewijzigd op

Zijn er dit jaar wijzigingen in de berekening van de Heropnamenratio?

Het CBS heeft een nieuw heropnamenmodel berekend op basis van de data van registratiejaar 2021. Dit nieuwe model is voor dit rapport toegepast op de data van registratiejaar 2022, daardoor is de landelijke Heropnamenratio over 2022 niet gelijk aan 100. Het laatste heropnamemodel dat CBS heeft berekend was op basis van de data van registratiejaar 2018. Het nieuwe heropnamemodel heeft impact op de cijfers per diagnosegroep en specialisme. Voor meer informatie kunt u het methodenrapport van het CBS raadplegen. Enige voorzichtigheid is geboden bij de interpretatie van de diagnosegroep COVID-19, gezien zowel de ziekte als behandeling hiervan mogelijk veranderd zijn in 2022 ten opzichte van 2021. Dit jaar worden ook de gastverblijven uitgesloten, zie “Welke opnamen worden uitgesloten?” voor meer informatie.

Laatst gewijzigd op

De Heropnamenratio wijkt voor een aantal specialismen of diagnosegroepen af van het landelijke gemiddelde. Wat zegt dit?

De verschillen tussen de ziekenhuizen in aantallen heropnamen kunnen meerdere oorzaken hebben. Deze zijn mogelijk te verklaren door verschillen in opnamebeleid; sommige ziekenhuizen zullen bepaalde patiënten klinisch behandelen, terwijl andere ziekenhuizen hetzelfde type patiënten in een dagopname behandelen. Door het grote aantal heropnamen waarover de berekeningen worden gedaan, kunnen de verschillen sneller significant zijn. Het is daarom van belang om niet alleen naar significantie, maar ook naar de grootte van het verschil ten opzichte van het landelijke gemiddelde te kijken. Verder onderzoek kan uitwijzen wat oorzaken zijn van eventuele hoge of juist lage Heropnamenratio’s.

Laatst gewijzigd op

Zijn ziekenhuizen verplicht inzage te geven in de Heropnamenratio?

Ja, dit is verplicht. De Heropnamenratio moet voor 1 juni worden aangeleverd bij de IGJ middels de online vragenlijst voor de Voorlopige HSMR, OLO en Heropnamen van de IGJ. Hoe dit werkt, leest u bij de veelgestelde vragen over het Rapport LBZ-indicatoren.

Laatst gewijzigd op

Wordt bij de berekening van heropnamen rekening gehouden met opnamen in een ander ziekenhuis?

Uit onderzoek is gebleken dat de impact van het meenemen van heropnamen in een ander ziekenhuis beperkt is.

Daarnaast is het in verband met de privacywetgeving niet mogelijk om ziekenhuizen informatie te geven over heropnamen die in een ander ziekenhuis hebben plaatsgevonden na een opname in het eigen ziekenhuis. Tevens is het vanwege de wetgeving niet mogelijk om ziekenhuizen te informeren over welke indexopnamen dit betreft.

Omdat ziekenhuizen als gevolg hiervan niet goed nader onderzoek kunnen doen wanneer zij relatief veel heropnamen in een ander ziekenhuis hebben, is besloten om heropnamen in een ander ziekenhuis niet te betrekken bij de indicator. Wanneer er sprake is van een transfer naar een ander ziekenhuis of vanuit een ander ziekenhuis, dan wordt dit niet gerekend als een heropname.

Laatst gewijzigd op

HSMR

Wat is de HSMR en hoe wordt deze berekend?

HSMR staat voor Hospital Standardised Mortality Ratio. Met de HSMR wordt ingeschat of in een ziekenhuis meer of minder sterfte plaatsvindt dan het landelijk gemiddelde. Deze inschatting wordt gemaakt door de werkelijke sterfte af te zetten tegen de verwachte sterfte voor verschillende diagnosegroepen.

Het CBS houdt bij het berekenen van de verwachte sterfte rekening met verschillende factoren die de sterfte kunnen beïnvloeden. Deze factoren zijn: leeftijd, geslacht, sociaaleconomische status, de zwaarte van de hoofddiagnose, nevendiagnosen, urgentie van opname, herkomst, jaar van ontslag en maand van opname.

Laatst gewijzigd op

Waarom wordt de HSMR berekend?

Met de berekening van de HSMR kan worden ingeschat of er in een ziekenhuis meer of minder sterfte plaats vindt dan het landelijk gemiddelde. De voorlopige HSMR geeft de interne ontwikkeling van de sterfte weer van het ziekenhuis ten opzichte van het jaar daarvoor. Als de voorlopige HSMR afwijkt van de definitieve HSMR van vorig jaar, dan duidt dit op veranderingen die binnen het eigen ziekenhuis hebben plaatsgevonden. Door de sterftecijfers verder te analyseren kunnen ziekenhuizen identificeren welke sterfgevallen mogelijk vermijdbaar waren. Indien dit nodig is, kan aan de hand hiervan een plan worden opgesteld om de zorg verder te verbeteren en de sterftecijfers te reduceren.

Laatst gewijzigd op

Wat is de voorlopige HSMR en hoe wordt deze berekend?

In de berekening van de voorlopige HSMR uit de Rapportage LBZ-indicatoren worden de werkelijke (waargenomen) sterftecijfers van een ziekenhuis voor het betreffende jaar afgezet tegen de verwachte sterftecijfers die zijn berekend aan de hand van het HSMR-model van het voorgaande jaar. Het CBS houdt bij het berekenen van de verwachte sterfte rekening met verschillende factoren die de sterfte kunnen beïnvloeden. Deze factoren zijn: leeftijd, geslacht, sociaaleconomische status, de zwaarte van de hoofddiagnose, nevendiagnosen, urgentie van opname, herkomst, jaar van ontslag en maand van opname. Het resultaat van deze modelberekening wordt door DHD gebruikt om de voorlopige HSMR te berekenen.

Hiermee geeft de voorlopige HSMR de interne ontwikkeling weer van de sterfte van het ziekenhuis ten opzichte van een jaar eerder. Bij de voorlopige HSMR is het landelijk gemiddelde namelijk niet per definitie gelijk aan 100. Uw voorlopige afwijking ten opzichte van de andere Nederlandse ziekenhuizen kunt u bekijken met behulp van het voorlopige landelijke gemiddelde.

Zie voor verdere informatie de vraag ‘Wat is het verschil tussen de definitieve HSMR, die door het CBS wordt berekend, en de voorlopige HSMR?’ en ook de veelgestelde vragen over het Rapport LBZ-indicatoren.

Laatst gewijzigd op

Welke opnamen worden meegenomen in de berekening van de HSMR?

De (voorlopige) HSMR wordt sinds registratiejaar 2019 alleen berekend over de opnamen die volgens de NZa voldoen aan de regels voor een klinische opname of langdurige observatie zonder overnachting.

Met ingang van registratiejaar 2022 worden gastverblijven niet meer meegeteld voor de HSMR, omdat dit geen echte klinische opnamen betreffen. Het effect hiervan op deze indicatoren is klein. Deze aanpassing is als volgt verwerkt:

  • Opnamen met een gastverblijf als hoofddiagnose (ICD-10 codes Z76.2, Z76.3 en Z76.4) zijn uitgesloten.
  • Opnamen waarbij voor het volledige verblijf gastverblijfdagen zijn geregistreerd (ZA-codes 190033 en 190032 en CBV-codes 339911 en 339912), zijn uitgesloten.

De opnamen voor COVID-19 worden met ingang van registratiejaar 2022 meegenomen in de indicatoren, in tegenstelling tot voorgaande jaren. Het CBS heeft vorig jaar een SMR-model voor COVID-19 ontwikkeld. Dit model heeft voldoende voorspellende waarde. Daarom kunnen de opnamen voor COVID-19 nu meegenomen worden in de bepaling van de HSMR, waarbij gecorrigeerd is voor de kenmerken van opgenomen COVID-19-patiënten.

Laatst gewijzigd op

Wat is het verschil tussen de definitieve HSMR, die door het CBS wordt berekend, en de voorlopige HSMR?

Bij de voorlopige HSMR 2021 is de verwachte sterfte gebaseerd op het HSMR-model van 2020. Deze berekening wordt direct na het afsluiten van het registratiejaar 2021 uitgevoerd, voordat het CBS het definitieve HSMR-model 2021 heeft berekend. Bij de definitieve HSMR is de verwachte sterfte gebaseerd op de landelijke sterftecijfers van 2021 en vindt eventueel noodzakelijk modelonderhoud plaats.

Hierbij wordt het landelijk gemiddelde weer bijgesteld naar 100. Omdat bij de voorlopige HSMR het landelijk gemiddelde niet per definitie gelijk is aan 100, zal de definitieve HSMR naar verwachting afwijken van de voorlopige HSMR.

Laatst gewijzigd op

Zijn er dit jaar wijzigingen in de berekening van de HSMR?

De definitieve HSMR wordt elk najaar door het CBS berekend. Hierbij vindt eventueel noodzakelijk modelonderhoud plaats, waardoor de vergelijking met andere ziekenhuizen beter te maken is.

Verder wordt voor de sociaal-economische status (SES) in het HSMR-model vanaf verslagjaar 2021 gebruikgemaakt van de SES-scores die het CBS heeft berekend. Dit ter vervanging voor de SES-scores die het Sociaal Cultureel Planbureau voorheen berekende.

Met ingang van registratiejaar 2022 worden gastverblijven niet meer meegeteld voor de HSMR, omdat dit geen echte klinische opnamen betreffen. Het effect hiervan op deze indicatoren is klein. Deze aanpassing is als volgt verwerkt:

  • Opnamen met een gastverblijf als hoofddiagnose (ICD-10 codes Z76.2, Z76.3 en Z76.4) zijn uitgesloten.
  • Opnamen waarbij voor het volledige verblijf gastverblijfdagen zijn geregistreerd (ZA-codes 190033 en 190032 en CBV-codes 339911 en 339912), zijn uitgesloten.

Laatst gewijzigd op

Wie ontvangen een HSMR-rapport?

Uw ziekenhuis ontvangt dit jaar een HSMR-rapport indien er in 2021 aan de LBZ is aangeleverd, de data voldoen aan de datakwaliteitscriteria (zie HSMR-rapport van het CBS) en het CBS schriftelijk is gemachtigd om de HSMR-cijfers aan DHD aan te leveren. De raad van bestuur van uw ziekenhuis ontvangt uiterlijk 15 oktober een gedrukte versie van het rapport. De personen die binnen uw ziekenhuis zijn gemachtigd om de HSMR-cijfers te ontvangen, kunnen het rapport vanaf 1 oktober downloaden via Mijn DHD. De betreffende personen worden hier per e-mail over geïnformeerd.

Naar Mijn DHD

Laatst gewijzigd op

Hoe kom ik bij de online versie van het HSMR-rapport?

​​​​​Als u bent gemachtigd om het HSMR-rapport te downloaden, dan kunt u het digitale HSMR-rapport vanaf 1 oktober vinden in de beveiligde omgeving Mijn DHD​, onder 'Mijn downloads'.

Naar Mijn DHD

Laatst gewijzigd op

Hoe pak ik het versleutelde HSMR-rapport uit?

Omdat het om vertrouwelijke informatie gaat, zijn wij verplicht het zip-bestand met daarin het HSMR-rapport en het microbestand beveiligd aan te leveren aan uitsluitend daartoe gemachtigde medewerkers van het ziekenhuis. Lees eerst onderstaande instructie en volg daarna de stappen om het bestand te downloaden en uit te pakken.

Belangrijk: U kunt het zip-bestand uitsluitend uitpakken met de programma’s WinRAR, WinZip of 7-Zip voor Windows en Keka voor Apple/Mac, omdat de bestanden zijn beveiligd met een AES-versleuteling. Heeft u geen van deze programma’s op uw computer geïnstalleerd, dan kunt u het bestand dus niet uitpakken (ook niet met het programma dat automatisch wordt opgestart vanuit Windows). Heeft u ondersteuning nodig bij de installatie van WinRAR, WinZip, 7-Zip of Keka, of bij het openen van de bestanden, neem dan contact op met de IT-afdeling binnen uw ziekenhuis.

U pakt het bestand als volgt uit:

  1. Ga naar Mijn DHD
  2. Log in met uw gebruikersnaam en wachtwoord.
  3. Ga naar ‘Mijn downloads’.
  4. Klik nu op het zip-bestand dat staat onder het kopje ‘HSMR-rapport’.
  5. Sla het bestand op de harde schijf van uw computer op.
  6. Klik met de rechtermuisknop op het zip-bestand, kies voor WinRAR, WinZip, 7-Zip of Keka en kies vervolgens voor ‘bestanden uitpakken’.
  7. Er wordt gevraagd om een wachtwoord. Vul het wachtwoord in dat u heeft ontvangen.
  8. Nu kunt u het rapport (pdf), het microbestand (excel), het NZa-format en de COVID-19-bijlage bekijken.
Naar Mijn DHD

Laatst gewijzigd op

Hoe kan ik onze HSMR-cijfers aanleveren aan de NZa?

DHD stelt in oktober een bestand beschikbaar dat u kunt gebruiken voor de aanlevering van de HSMR-cijfers van uw ziekenhuis aan de NZa. U kunt deze gegevens op twee manieren aanleveren:

  1. U kunt de gevraagde gegevens met betrekking tot de HSMR zelf aanleveren.
  2. U kunt DHD machtigen om deze gegevens aan te leveren. De machtiging hiervoor is samen met het HSMR-rapport verstuurd aan de raad van bestuur van uw ziekenhuis. Deze machtiging dient u ondertekend (door de raad van bestuur) aan ons te retourneren vóór 1 december. Hieraan zijn geen kosten verbonden.

Laatst gewijzigd op

Waarom heeft mijn ziekenhuis geen HSMR-rapport ontvangen?

Er kunnen meerdere redenen zijn waarom uw ziekenhuis geen HSMR-rapport heeft ontvangen.

  • Uw ziekenhuis heeft geen schriftelijke machtiging afgegeven voor het leveren van de HSMR-cijfers van het CBS aan DHD.
  • Uw ziekenhuis heeft een zeer specifieke patiëntenpopulatie. De berekening van de HSMR is daarom niet zinvol. Deelname aan de LBZ-registratie is echter ook belangrijk voor andere indicatoren en voor het verkrijgen van benchmarkinformatie van zorginhoudelijke gegevens. Wij raden u daarom aan om aan te (blijven) leveren aan de LBZ.
  • Uw ziekenhuis heeft een machtiging voor de HSMR afgegeven, maar heeft in het desbetreffende registratiejaar geen zorginhoudelijke LBZ-data aangeleverd. Daarom konden geen HSMR-cijfers worden berekend voor uw ziekenhuis en ontvangt u dus geen rapport. Deelname aan de LBZ-registratie is belangrijk om in de toekomst indicatoren zoals de HSMR, OLO en Heropnamenratio te kunnen berekenen. Wij raden u daarom aan, indien u hier nog niet mee gestart bent, hierin actie te ondernemen.
  • Uw ziekenhuis heeft de LBZ-data niet tijdig aangeleverd of de data voldoen niet aan de gestelde kwaliteitscriteria om de indicatoren te berekenen.

Laatst gewijzigd op

Welke cijfers liggen ten grondslag aan het HSMR-rapport?

DHD gebruikt de data uit de LBZ om te komen tot de resultaten die zijn weergegeven in het HSMR-rapport. Een voorwaarde voor een betrouwbare berekening van de HSMR is dat de onderliggende data juist, volledig en tijdig zijn geregistreerd.

Het microbestand met de onderliggende detailgegevens op opnameniveau is te vinden in het ZIP-bestand dat eind september aan uw ziekenhuis beschikbaar is gesteld (aan de personen die hiervoor gemachtigd zijn). Met dit Excelbestand kunnen de opnamen die bijdragen aan een eventueel hogere (H)SMR worden opgespoord.

Laatst gewijzigd op

Zijn ziekenhuizen verplicht inzage te geven in de (voorlopige) HSMR?

Ja, dit is verplicht. De voorlopige HSMR moet voor 1 juni worden aangeleverd bij de IGJ (hoe dit werkt, leest u bij de veelgestelde vragen over het Rapport LBZ-indicatoren). De definitieve HSMR moet voor 31 december worden aangeleverd bij de NZa.

Laatst gewijzigd op

Waar vind ik het HSMR-methoderapport?

Het CBS berekent jaarlijks de Hospital Standardised Mortality Ratios (HSMRs) voor Nederlandse ziekenhuizen. In dit Engelstalige rapport wordt de berekening van de HSMR door het CBS toegelicht. U vindt het HSMR-methoderapport via onderstaande button.

Naar HSMR-methoderapport

Laatst gewijzigd op

ICD-10

Waar kan ik de ICD-10 codeadviezen vinden?

Via onderstaande button gaat u naar de pagina met gepubliceerde codeadviezen van de expertgroep ICD-10.

Naar codeadviezen

Laatst gewijzigd op

Waar vind ik de wijzigingen in de ICD-10 codeadviezen?

​​Een overzicht van de wijzigingen vindt u achterin de documenten met codeadviezen. Deze documenten kunt u downloaden via onderstaande pagina.

Naar codeadviezen

Laatst gewijzigd op

Waar kan ik de codeerinstructie morfologie in de LBZ vinden?

​​​Deze instructie kunt u via onderstaande button downloaden.

Download de instructie

Laatst gewijzigd op

Kwaliteitsindicatoren OmniQ

Kunnen de aangeleverde gegevens van de kwaliteitsregistraties nog worden aangepast in OmniQ?

Uw ziekenhuis kan de door de kwaliteitsregistraties (o.a. LROI en DICA) ingevulde data niet aanpassen in OmniQ zelf. In OmniQ kunt u de ingevulde data van de kwaliteitsregistraties alleen bekijken en accorderen.

Voor de indicatoren van DICA en LROI kunt u aanpassingen aanleveren aan de desbetreffende kwaliteitsregistraties. Deze aanpassingen worden meegenomen in de verversingen (tweewekelijks voor LROI en wekelijks voor DICA tot uiterlijk 31 maart) en komen op die manier aangepast in OmniQ te staan.

Het is ook mogelijk om een indicatorenset niet over te nemen vanuit de kwaliteitsregistratie en deze indicatorenset handmatig in te vullen in OmniQ. Meer informatie hierover is te vinden in de handleiding. Gemachtigde gebruikers vinden deze bij het onderdeel ‘Handleidingen’ in Mijn DHD.

Naar Mijn DHD

Laatst gewijzigd op

Kan ik gegevens wijzigen als de indicator of set al geaccordeerd is?

Ja, dit kan zeker. Het accorderen van de indicatoren is enkel bedoeld als interne controle. Het accorderen kan door iedereen met de juiste rechten ongedaan worden gemaakt. Hiervoor hoeft enkel het vakje ‘wel geaccordeerd’ uitgevinkt te worden. Daarna kunt u de vragen weer gewoon aanpassen. De gegevens staan pas vast wanneer de ondertekencodes zijn ingevuld. Vanaf dat moment zijn geen wijzigingen meer mogelijk.

Let op: sommige indicatorensets worden geïmporteerd vanuit de kwaliteitsregistratie. Wanneer de set al geaccordeerd is, kunnen de data niet meer ververst worden vanuit de kwaliteitsregistratie. Voor deze specifieke sets kunt u beter wachten met accorderen tot de laatste import is geweest. In de planning vindt u de datums van deze imports.

Laatst gewijzigd op

Is het mogelijk om een indicatorenset van de registratie niet over te nemen?

Ja, dat is mogelijk. Geïmporteerde data uit de externe registraties hoeven niet te worden overgenomen. Uw ziekenhuis kan de vragen handmatig invullen. Binnen OmniQ kunt u aangeven welke indicatorenset u wel en niet wilt laten importeren. Meer informatie hierover is te vinden in de handleiding. Gemachtigde gebruikers vinden deze bij het onderdeel ‘Handleidingen’ in Mijn DHD.

Het is wel de bedoeling dat alle vragen worden ingevuld, dus ook wanneer het ziekenhuis het niet eens is met de definitie.

Het is ook mogelijk om geïmporteerde data van één indicator niet over te nemen uit de registratie. Dit doet u door eerst de import aan te zetten voor een bepaalde indicatorenset waardoor de data uit de externe registratie worden geïmporteerd. Vervolgens zet u deze import weer uit. De geïmporteerde data blijven staan, maar het is nu mogelijk om de gegevens handmatig aan te passen. De bron van de data zal in dit geval niet meer vanuit de registratie zijn.

Naar Mijn DHD

Laatst gewijzigd op

Hoe autoriseer ik mijn collega’s voor OmniQ/een indicatorenset?

De lokaal beheerders zijn geautoriseerd door de raad van bestuur van uw ziekenhuis en hebben direct toegang tot OmniQ. De lokaal beheerders kunnen vervolgens intern medewerkers binnen het ziekenhuis rechten geven voor het invullen en accorderen van de indicatorensets. Voor bestaande medewerkers kunnen zij dit doen in OmniQ onder ‘Rechten’.

In de handleiding van OmniQ staat meer informatie over het rechtenscherm. Gemachtigde gebruikers vinden deze bij het onderdeel ‘Handleidingen’ in Mijn DHD.

Lokaal beheerders voor OmniQ kunnen nieuwe gebruikers aanmaken via het DHD-accountbeheer. In de handleiding DHD-accountbeheer staat meer informatie over het aanmaken van een nieuwe gebruiker. Lokaal beheerders vinden deze eveneens bij het onderdeel ‘Handleidingen’ in Mijn DHD.

Naar Mijn DHD

Laatst gewijzigd op

Waar vind ik de indicatorengidsen van de Transparantiekalender voor het invullen van de indicatorensets?

De gidsen zijn te vinden via de Transparantiekalender op de website van het Zorginstituut Nederland, onder de registerpagina van elke indicatorenset. Bij elke indicatorenset in OmniQ is bovenaan de indicatorenset (naast de titel) ook een link naar de bijbehorende gids opgenomen.

Naar de gidsen

Laatst gewijzigd op

Waar vind ik de Basisset MSZ (Medisch Specialistische Zorg) voor het invullen van de verbeterdoelen van de IGJ?

Deze is te vinden op de website van de IGJ.

Naar de Basisset MSZ

Laatst gewijzigd op

Ik heb een nieuwe gebruiker aangemaakt met rechten voor OmniQ. Waarom ziet deze gebruiker niets in OmniQ?

Als een nieuwe gebruiker is aangemaakt in het DHD-accountbeheer, dan heeft deze nog geen automatische toegang tot de indicatoren in OmniQ. Binnen het rechtenscherm in OmniQ moet worden aangegeven welke indicatorenset(s) de gebruiker mag lezen, aanpassen en/of accorderen.

In de handleiding van OmniQ staat meer informatie over het rechtenscherm. Lokaal beheerders vinden deze bij het onderdeel ‘Handleidingen’ in Mijn DHD.

Naar Mijn DHD

Laatst gewijzigd op

Wat wordt bedoeld met de vrijwillige indicatoren van de Transparantiekalender in OmniQ?

Er is onderscheid gemaakt tussen indicatoren die verplicht moeten worden aangeleverd en indicatoren die vrijwillig kunnen worden aangeleverd. Verplichte indicatoren worden openbaar gemaakt en vrijwillige indicatoren worden alleen aangeleverd aan zorgverzekeraars en patiëntenorganisaties. Uiteraard geldt voor vrijwillige indicatoren géén aanleververplichting.

Onder elke indicator in OmniQ is aangegeven of het een vrijwillige indicator betreft. In de instellingen van OmniQ kunt u per indicatorenset aangeven of de vrijwillige indicatoren worden aangeleverd.

Laatst gewijzigd op

Waarom zie ik een indicatorenset niet in de rapportage en/of de navigatieboom?

​Mogelijk is de indicatorenset op ‘niet van toepassing’ gezet in het instellingenscherm van OmniQ. Als dit het geval is, is deze niet zichtbaar in de rapportage en de navigatieboom. U kunt dit zelf aanpassen in de instellingen.

Laatst gewijzigd op

Waar vind ik de wijzigingen van de Transparantiekalender t.o.v. voorgaand registratiejaar?

​U kunt de wijzigingen ten opzichte van het voorgaande registratiejaar via onderstaande button inzien.

Naar de wijzigingen

Laatst gewijzigd op

Waar vind ik de niet-transparantie indicatoren in OmniQ?

De interne/niet-transparante indicatoren zijn niet opgenomen in OmniQ. Deze indicatoren zijn voor intern gebruik. Op deze indicatoren geldt dan ook geen aanleververplichting.

Laatst gewijzigd op

Wanneer ik de import van een indicatorenset wil aan- of uitzetten, krijg ik een foutmelding.

Waarschijnlijk heeft u één of meerdere indicatoren van de indicatorenset intern geaccordeerd. In dit geval kunt u de importinstellingen niet meer wijzigen. De import van de complete onderliggende bron aan- of uitzetten werkt dan niet meer.

Bijvoorbeeld: Indicator 1 van longcarcinoom is geaccordeerd. Als u in de instellingen de import voor DLCA-S probeert aan te zetten, dan kunt u deze wel aanvinken, maar krijgt u vervolgens een foutmelding. De import kan niet meer worden aangezet, omdat indicator 1 voor deze importbron is geaccordeerd.

Als u de import toch wilt aanpassen, dan moet u eerst het interne akkoord voor indicator 1 uitzetten. Als er geen accordering meer op indicator 1 zit, dan kan de importbron worden aangepast in de instellingen.

Laatst gewijzigd op

Waar vind ik de handleiding van OmniQ?

​U kunt de handleiding van OmniQ downloaden via Mijn DHD, onder het kopje 'Handleidingen'.

Naar Mijn DHD

Laatst gewijzigd op

LBZ-dataverzameling

Welke opnamen moeten worden aangeleverd aan de LBZ en welke opnamen moeten worden voorzien van diagnosecodes?

Via onderstaande button vindt u uitleg over het aanleveren van opnamen aan de LBZ.

Meer informatie

Laatst gewijzigd op

Wat is de definitie van een acute opname/urgentie-opname?

Een urgente opname is een opname die niet kan worden uitgesteld omdat onmiddellijke observatie, onderzoek en/of behandeling binnen 24 uur noodzakelijk is. Binnen 24 uur wil zeggen: gerekend vanaf het moment dat de medisch specialist oordeelt dat een urgente opname noodzakelijk is. Als de patiënt als urgent wordt gecategoriseerd maar de daadwerkelijke opname 24 uur of later plaatsvindt, dan kan toch de definitie urgent worden gehanteerd.

Voor de registratie van urgent en niet-urgent bij ziekenhuis geboren zuigelingen en bevallingen geldt:

  • Ziekenhuis geboren zuigelingen
    • Urgent: ziekenhuis geboren zuigelingen die, vanwege een eigen zorgvraag, worden opgenomen voor de kinderarts
    • Niet-urgent: ziekenhuis geboren zuigelingen die worden opgenomen voor de gynaecoloog (gezonde zuigelingen)
  • Opnamen voor klinische bevallingen
    • Urgent, tenzij het een opname is vanwege een bevalling waarbij de datum van de bevalling (inleiden of primaire sectio) van tevoren is afgesproken en de bevalling noodzakelijkerwijs niet binnen 24 uur hoeft aan te vangen.

Gastverblijf (bijvoorbeeld traject gezonde moeder/kind) is een niet-urgente opname.

Voorbeeld 1:
De opname van de patiënt is door de medisch specialist als acuut gecategoriseerd, maar de daadwerkelijke opname vindt 24 uur of later plaats.
- Coderen: urgent

Voorbeeld 2:
Een patiënt komt op de afdeling EHBO waar wordt geconstateerd dat de patiënt onmiddellijk, binnen 24 uur, moet worden opgenomen.
- Coderen: urgent

Voorbeeld 3:
De patiënt wordt door de huisarts met spoed naar het poliklinisch spreekuur verwezen. Telefonisch wordt een afspraak gemaakt voor dezelfde dag. Tijdens het spreekuur blijkt opname noodzakelijk te zijn. De patiënt gaat nog wel naar huis om nachtkleding op te halen.
- Coderen: urgent

Voorbeeld 4:
Idem aan voorbeeld 3, maar de patiënt komt de volgende dag voor opname binnen 24 uur.
- Coderen: urgent

Voorbeeld 5:
Een patiënt komt op het spreekuur. Opname op termijn is wenselijk. Om praktische redenen (bijvoorbeeld wens van de patiënt, opengevallen operatieschema van het ziekenhuis) vindt een directe opname plaats.
- Coderen: niet-urgent

Voorbeeld 6:
Een patiënt bevalt in het ziekenhuis van een gezonde baby. Er is van tevoren afgesproken om te bevallen in het ziekenhuis. Midden in de nacht wordt de vrouw opgenomen omdat de weeën zijn gestart.
- Coderen moeder: urgent
- Coderen kind: niet-urgent

Voorbeeld 7:
Tijdens een bevalling thuis is onmiddellijke opname van de vrouw in een ziekenhuis noodzakelijk. Het kind (gezonde zuigeling) wordt in het ziekenhuis geboren.
- Coderen moeder: urgent
- Coderen kind: niet-urgent

Voorbeeld 8:
Een pasgeborene moet onmiddellijk na de thuisbevalling door de kinderarts worden opgenomen. De moeder blijft bij het kind om de voeding te verzorgen.
- Coderen moeder: niet-urgent (gastverblijf is nooit acuut)
- Coderen kind: urgent

Voorbeeld 9:
Vanwege een complicatie tijdens een thuisbevalling wordt een patiënt opgenomen om in het ziekenhuis te bevallen. Vanwege de gecompliceerde bevalling wordt het kind opgenomen door de kinderarts.
- Coderen moeder: urgent
- Coderen kind: urgent

Voorbeeld 10:
Vanwege een sectio in de anamnese zal de patiënt in huidige zwangerschap een primaire sectio ondergaan. Aan het einde van de zwangerschap wordt een datum afgesproken wanneer dit zal plaatsvinden en patiënt ondergaat op de geplande datum de sectio. Het kind wordt aansluitend aan de sectio opgenomen voor de kinderarts.
- Coderen moeder: niet-urgent
- Coderen kind: urgent

Voorbeeld 11:
Een patiënt is in ziekenhuis A acuut opgenomen en wordt doorverwezen voor acute opname (observatie, onderzoek of behandeling) naar ziekenhuis B.
- Coderen ziekenhuis A: urgent
- Coderen ziekenhuis B: urgent

Voorbeeld 12:
Een patiënt is in ziekenhuis A vanaf de wachtlijst opgenomen en wordt vanwege een complicatie doorverwezen voor acute opname (observatie, onderzoek of behandeling) naar ziekenhuis B.
- Coderen ziekenhuis A: niet-urgent
- Coderen ziekenhuis B: urgent

Voorbeeld 13:
Een patiënt bezoekt de SEH in ziekenhuis A, waarbij wordt besloten om de patiënt voor operatie over te plaatsen naar ziekenhuis B.
- Coderen ziekenhuis A: n.v.t.
- Coderen ziekenhuis B: urgent

Voorbeeld 14:
Een patiënt bezoekt de SEH in ziekenhuis A, waarbij blijkt dat acute interventie in ziekenhuis B noodzakelijk is. Patiënt wordt niet opgenomen in ziekenhuis B, maar direct aansluitend op de interventie overgeplaatst naar ziekenhuis A.
- Coderen ziekenhuis A: urgent
- Coderen ziekenhuis B: n.v.t.

Voorbeeld 15:
Een patiënt bezoekt de SEH in ziekenhuis A, waarbij blijkt dat acute interventie in ziekenhuis B noodzakelijk is. Patiënt wordt voor behandeling opgenomen in ziekenhuis B en de volgende dag overgeplaatst naar ziekenhuis A.
- Coderen ziekenhuis A: niet-urgent
- Coderen ziekenhuis B: urgent

Voorbeeld 16:
Een patiënt is met spoed opgenomen in ziekenhuis A, wordt daarna doorverwezen voor acute behandeling naar ziekenhuis B en wordt de volgende dag weer naar ziekenhuis A teruggeplaatst.
- Coderen ziekenhuis A: eerste opname urgent, tweede opname niet-urgent
- Coderen ziekenhuis B: urgent

Laatst gewijzigd op

Hoe leg je externe verrichtingen vast?

Voor verrichtingen en opnamen die worden uitgevoerd in het kader van onderlinge / wederzijdse dienstverlening (conform beleidsregel NZa) geldt dat alle in het ziekenhuis uitgevoerde verrichtingen aan de LBZ aangeleverd dienen te worden, ongeacht de wijze waarop het ziekenhuis deze verrichtingen vergoed krijgt. Op dit gebied verschilt de aanlevering aan de LBZ dus van de aanlevering aan het DIS.

Laatst gewijzigd op

Is het verplicht de hoofdverrichting aan te leveren?

Met ingang van registratiejaar 2018 is het niet meer verplicht de hoofdverrichting handmatig aan te leveren, maar wordt deze door DHD afgeleid uit de geregistreerde verrichtingen (alleen operatieve verrichtingen). Voorwaarde hiervoor is dat de verrichtingen volledig worden aangeleverd.

Voor de afleiding van de hoofdverrichting wordt als eerste bepaald welke verrichtingen hebben plaatsgevonden gedurende de opnameperiode. Hiervan wordt de verrichting gekozen die als zwaarst wordt gekenmerkt. De zwaarte wordt gebaseerd op de gemiddelde verpleegduur van voorgaand jaar. Deze verpleegduur wordt berekend met behulp van de combinatie verrichting, hoofddiagnose en leeftijd. Indien meerdere verrichtingen als even zwaar worden gekenmerkt, wordt de verrichting gekozen die het eerst heeft plaatsgevonden (gebaseerd op startdatum en verrichting-ID).

Laatst gewijzigd op

Wat is het verschil tussen primaire en hoofddiagnosen?

​​​​De primaire diagnose is de diagnose die door het specialisme dat de zorg verleent, beschouwd wordt als voornaamste reden van zorgverlening. Per behandelend specialisme is er sprake van één primaire diagnose; de overige diagnoses zijn nevendiagnoses. De hoofddiagnose is één van de primaire diagnoses van een opname; het is de diagnose die achteraf (dus bij ontslag) wordt beschouwd als de belangrijkste reden voor opname in het ziekenhuis​

Laatst gewijzigd op

Moeten de diagnosen bij ambulant contact verplicht worden aangeleverd?

De diagnose bij ambulant contact moet per contactmoment worden vastgelegd, bijvoorbeeld met behulp van de Diagnosethesaurus. De code kan echter ook worden afgeleid van de typerende ICD-10 diagnose uit het subtraject. De set bevat minimaal de verplichte gegevens van ten minste één diagnose (verplicht per 1 januari 2016 indien af te leiden uit het subtraject of het contactmoment).

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met onze Servicedesk.

Contact

Laatst gewijzigd op

Mijn DHD

Hoe werkt het vernieuwde Mijn DHD?

Mijn DHD is 7 augustus 2023 geheel vernieuwd en bevat verschillende nieuwe functionaliteiten, waaronder de mogelijkheid om rechtstreeks toegang aan te vragen tot informatieproducten. In dit bericht leest u meer over de mogelijkheden. Een uitgebreide beschrijving van de functionaliteiten vindt u in Mijn DHD via het groenblauwe uitschuifmenu (met de ‘i’) links in beeld.

Laatst gewijzigd op

Hoe navigeer ik tussen Mijn DHD en de informatieproducten?

Wanneer u bent ingelogd in Mijn DHD of een van onze informatieproducten vindt u rechts in beeld een uitschuifbaar groenblauw navigatiemenu. Via dit menu kunt u zonder extra inlog navigeren naar de producten waarvoor u geautoriseerd bent en toegang aanvragen tot andere relevante producten. Deze producten zijn ingedeeld in drie thema’s: registratie & data, patiëntenzorg & kwaliteit en bedrijfsvoering & financiën. Ook kunt u op de homepage van Mijn DHD snelkoppelingen naar uw favoriete producten aanmaken.

Laatst gewijzigd op

Waar vind ik de functionaliteiten van het “oude” Mijn DHD?

Naast diverse nieuwe functionaliteiten kunt u in het vernieuwde Mijn DHD uiteraard ook nog steeds beveiligd bestanden downloaden, bestanden versturen naar Mijn DHD en uw profielgegevens inzien. U vindt deze drie onderdelen in het horizontale blauwe hoofdmenu bovenin beeld. De upload- en downloadcategorieën worden getoond op basis van uw productrechten.

Laatst gewijzigd op

Ik krijg een foutmelding bij het inloggen

Probeert u in te loggen op https://mijn.dhd.nl en krijgt u een foutmelding voordat u in de tool zit? Verwijder dan uw cookies, of open een privévenster (incognito-modus) in uw browser. Blijft u de foutmelding houden, of ziet u een foutmelding wanneer u al ingelogd bent? Dan helpt onze servicedesk u graag verder.

Laatst gewijzigd op

OLO

Wat is de indicator Onverwacht Lange Opnameduur (OLO) en hoe wordt deze berekend?

De indicator OLO geeft het percentage klinisch opgenomen patiënten met een onverwacht lange opnameduur weer. Hieronder wordt een opnameduur verstaan die minimaal 50% langer is dan verwacht. Bij de berekening van de verwachte opnameduur wordt rekening gehouden met de leeftijd van de patiënt, de hoofddiagnose en een eventuele hoofdverrichting die de patiënt heeft ondergaan. Juiste en volledige registratie van deze variabelen is dus essentieel voor een betrouwbare berekening van de OLO.

Laatst gewijzigd op

Waarom wordt de OLO berekend?

De literatuur laat zien dat vermijdbare schade vaak leidt tot een (aanzienlijk) verlengde opnameduur. Onderzoek heeft laten zien dat de extra opnameduur als gevolg van potentieel vermijdbare schade gemiddeld 5,1 dagen is. Internationale onderzoeken tonen eveneens een (aanzienlijk) verlengde opnameduur als gevolg van vermijdbare schade of opgetreden complicaties. Dossieronderzoek bij patiënten met een onverwacht lange opnameduur laat zien dat bij deze groep beduidend meer onbedoelde schade wordt gevonden dan wanneer dossiers aselect worden gekozen. Verlengde opnameduur kan dus een signaal zijn voor onveilige zorg. Een hoge OLO kan daarom een goede reden zijn voor nader onderzoek.

Laatst gewijzigd op

Tellen alleen operatieve verrichtingen mee voor de OLO?

Zowel operatieve als niet-operatieve verrichtingen kunnen een hoofdverrichting zijn en tellen dan mee in de berekening van de OLO. De hoofdverrichting is de verrichting die bijdraagt aan de langste verwachte opnameduur. Deze wordt door DHD afgeleid uit de geregistreerde verrichtingen. Voorwaarde hiervoor is dat de verrichtingen volledig worden aangeleverd. Niet-operatieve verrichtingen hebben echter meestal weinig invloed op de ligduur, omdat deze geen verzwaring van de opname geven.

Zie ook de vraag ‘Hoe wordt de hoofdverrichting door DHD afgeleid voor de OLO?’

Laatst gewijzigd op

Hoe wordt de hoofdverrichting door DHD afgeleid voor de OLO?

Om dit te bepalen, worden onderstaande stappen gevolgd.

  1. Als een operatie heeft plaatsgevonden, wordt de operatie als hoofdverrichting gekozen.
  2. Als er meerdere operaties hebben plaatsgevonden, wordt de operatie die tot de hoogste verwachte opnameduur leidt tot hoofdverrichting gekozen.
  3. Als er geen operaties hebben plaatsgevonden, wordt de niet-operatieve verrichting die de hoogste verwachte opnameduur tot gevolg heeft gekozen tot hoofdverrichting.
  4. Indien meerdere verrichtingen dezelfde verwachte opnameduur tot gevolg hebben, wordt de eerste verrichting genomen waarbij gesorteerd wordt op verrichtingdatum en daarna op verrichtingcode.

Laatst gewijzigd op

Welke opnamen worden meegenomen in de berekening van de OLO en hoe wordt omgegaan met opnamen voor gastverblijven en verkeerdebeddagen?

De OLO wordt alleen berekend over de opnamen die volgens de NZa voldoen aan de regels voor een klinische opname.

Bij de berekening van de OLO worden de in het ziekenhuis overleden patiënten niet meegenomen. Voor deze groep wordt de verwachte ligduur gelijkgesteld aan de werkelijke ligduur. Deze groep kan beter worden geanalyseerd op basis van relatieve sterftekansen.

Voor patiënten die 100 dagen of langer in het ziekenhuis hebben gelegen (na correctie voor gastverblijfdagen), is geen verwachte ligduur berekend. Deze groep patiënten wordt wel apart inzichtelijk gemaakt in de resultaten.

Met ingang van registratiejaar 2019 zijn opnamen voor gastverblijven uitgesloten bij de berekening van de OLO. Het betreft opnamen met een gastverblijf als hoofddiagnose (ICD-10-codes Z76.2, Z76.3 en Z76.4). Vanaf registratiejaar 2020 zijn ook de verpleegdagen voor gastverblijven uitgesloten bij de berekening van de OLO. Aan de hand van de verrichtingen wordt bepaald of er tijdens de opnamen sprake was van zogenaamde gastverblijfdagen (ZA-codes 190033 en 190032 en CBV-codes 339911 en 339912). Deze dagen worden op de opnameduur in mindering gebracht.

Op basis van deze gecorrigeerde opnameduur worden opnamen die volledig bestonden uit gastverblijfdagen in hun geheel uitgesloten.

Verkeerdebeddagen worden niet uitgesloten van de berekeningen, maar wel apart inzichtelijk gemaakt in de resultaten. De reden daarvoor is dat patiënten die noodgedwongen in een ziekenhuis moeten verblijven tot er plaats is in een verpleeghuis, daardoor een opname kunnen hebben die langer is dan verwacht.

Laatst gewijzigd op

Zijn er dit jaar wijzigingen in de berekening van de OLO?

Dit jaar zijn er geen wijzigingen in de berekening van de OLO. De cijfers worden verder ieder jaar geüpdatet. Voor de OLO over 2022 betekent dit dat de verwachte ligduur is gebaseerd op landelijke cijfers over 2021 en de werkelijke ligduur op 2022. Voor de berekening van de OLO voor de Rapportage LBZ-indicatoren 2022 zijn de klinische opnamen van COVID-19 dit jaar wel meegenomen, in tegenstelling tot voorgaande jaren.

Laatst gewijzigd op

Zijn ziekenhuizen verplicht inzage te geven in de OLO?

Ja, dit is verplicht. De OLO moet voor 1 juni worden aangeleverd bij de IGJ middels de online vragenlijst voor de Voorlopige HSMR, OLO en Heropnamen van de IGJ. Hoe dit werkt, leest u bij de veelgestelde vragen over het Rapport LBZ-indicatoren.

Laatst gewijzigd op

Rapportage LBZ-indicatoren

Wie hebben toegang tot de Rapportage LBZ-indicatoren?

Ziekenhuizen ontvangen de Rapportage LBZ-indicatoren indien zij in 2021 opnamen hebben aangeleverd aan de LBZ die relevant zijn voor de berekening van deze indicatoren. De Rapportage LBZ-indicatoren verschijnt dit jaar net als vorig jaar als digitale, interactieve tool. Deze online rapportage vervangt de papieren versie die de ziekenhuizen eerdere jaren ontvingen.

De personen die binnen het ziekenhuis zijn gemachtigd, ontvangen uiterlijk 18 mei een instructie per mail voor toegang tot de online rapportage en de achterliggende microbestanden. De raad van bestuur van het ziekenhuis ontvangt uiterlijk 15 juni een gedrukte versie van de factsheet met de kerncijfers uit de rapportage.

Laatst gewijzigd op

Hoe krijg ik toegang tot de online rapportage?

Personen die zijn gemachtigd om de Rapportage LBZ-indicatoren te ontvangen, krijgen medio mei een e-mail wanneer de nieuwe rapportage beschikbaar is.

Wilt u een collega toegang geven tot de rapportage? Dit kan via de lokaal beheerder die de betreffende rechten beheert binnen uw ziekenhuis. Zodra het gebruiksrecht is toegevoegd aan zijn of haar account, heeft uw collega toegang tot de rapportage via onderstaande button. Inloggen kan met gebruikersnaam en wachtwoord die ook voor Mijn DHD (en andere producten van DHD) wordt gebruikt.

Naar de rapportage

Laatst gewijzigd op

Welke data liggen ten grondslag aan de Rapportage LBZ-indicatoren?

De resultaten in de Rapportage LBZ-indicatoren zijn gebaseerd op de medische LBZ-data die ziekenhuizen aanleveren aan DHD. Een voorwaarde voor een betrouwbare berekening van de indicatoren HSMR (voorlopig), Onverwacht Lange Opnameduur (OLO) en Heropnamenratio is dat de onderliggende data juist, volledig en tijdig in de LBZ zijn geregistreerd. Welke opnamen worden meegenomen en uitgesloten van de berekeningen vindt u terug bij de veelgestelde vragen over de specifieke indicatoren.

In 2024 worden er aanpassingen doorgevoerd in de bepaling van de datakwaliteit op verschillende onderdelen. Dit gaat dan over registratiejaar 2023. De data van palliatieve zorg zal worden gebaseerd op verrichtingen in plaats van de nevendiagnose voor palliatieve zorg. Daarnaast worden enkele codes niet meer meegenomen in de telling van de nevendiagnosen en aandoeningen ontstaan tijdens de opname.

Om u alvast inzicht te geven in deze aanpassingen, is hiervoor een extra pagina opgenomen in het LBZ-indicatoren rapport. Deze vindt u op de pagina Datakwaliteit onder de knop ‘Inzicht registratie 2023’. Hier vindt u de data van registratiejaar 2022, met al de aangepaste berekeningen. Hier vindt u ook een verdere toelichting van deze aanpassingen.

Gastverblijven
Met ingang van registratiejaar 2022 worden gastverblijven niet meer meegeteld als opnamen voor de HSMR en Heropnamenratio, omdat dit geen echte klinische opnamen betreffen. Het effect hiervan op deze LBZ-indicatoren is beperkt. Deze aanpassing is als volgt verwerkt:

  • Opnamen met een gastverblijf als hoofddiagnose (ICD-10 codes Z76.2, Z76.3 en Z76.4) zijn uitgesloten.
  • Opnamen waarbij voor het volledige verblijf gastverblijfdagen zijn geregistreerd (ZA-codes 190033 en 190032 en CBV-codes 339911 en 339912), zijn uitgesloten.

Voor de Heropnamenratio zijn de gastverblijven uitgesloten bij zowel de indexopnamen als de heropnamen.

Laatst gewijzigd op

Waarop is de informatie bij ‘datakwaliteit’ in de Rapportage LBZ-indicatoren gebaseerd?

​De kwaliteitscriteria in de rapportage zijn berekend op basis van de opnamen die relevant zijn voor de betreffende indicator(en). Voor criteria die voor meerdere indicatoren gelden, worden de opnamen voor de klinische opnamen en langdurige observaties zonder overnachting die relevant zijn voor de HSMR aangehouden. Bij de betrouwbaarheid van het patiëntnummer wordt gecontroleerd of de aangeleverde patiëntnummers uniek worden toegekend aan patiënten. Indien verschillende patiëntennummers voor dezelfde patiënt worden geregistreerd, kan dit leiden tot een onderschatting van de heropnameratio.

Wanneer de data niet voldoen aan een of meerdere van de criteria, dan is de berekening van de betreffende indicator(en) minder betrouwbaar. De criteria voor de HSMR zijn tevens harde criteria voor het verkrijgen van de HSMR-rapportage in oktober. Benadrukt wordt dat het hier om ’soepele’ datakwaliteitscriteria gaat. Dus ook als een ziekenhuis aan de datakwaliteitscriteria voldoet, kan het nog steeds zo zijn dat de registratie van het ziekenhuis niet optimaal is, hetgeen invloed kan hebben op de uitkomsten.

De subpagina ‘Inzicht registratie’ zoomt extra in op een aantal aspecten van uw registratie. De gegevens in dit overzicht zijn berekend op basis van de opnamen die worden meegenomen in de HSMR-berekening. De gegevens kunt u gebruiken als achtergrondgegeven bij de interpretatie van uw uitkomsten. Palliatieve zorg (bepaald op basis van de ICD-10-code Z51.5 als nevendiagnose) kunt u bijvoorbeeld gebruiken bij de interpretatie van uw HSMR-cijfers. Ook krijgt u inzicht in de geregistreerde aandoeningen die Niet Aanwezig zijn bij de Start van de opname (NAS), maar ontstaan tijdens de opname, ongeacht de oorzaak. Het goed vastleggen van deze aandoeningen is belangrijk voor het bewaken en verbeteren van de kwaliteit van zorg. Deze aandoeningen worden door uw zorgadministratie vastgelegd als een nevendiagnose met de aanduiding 'NAS'.

Let op: het overzicht is niet volledig. Ook voor variabelen die niet in het overzicht worden weergegeven, maar wel worden gebruikt in de berekening van de indicatoren (zoals de herkomst van de patiënt bij de HSMR en Heropnamenratio), kan een afwijkende registratie invloed hebben op de uitkomsten. Voor uitgebreide informatie over de kwaliteit van uw data kan gebruik worden gemaakt van het LBZ-portaal.

Laatst gewijzigd op

Wat zijn redenen voor het cijfermatig inzichtelijk maken van de kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid?

Er zijn verschillende redenen voor het cijfermatig inzichtelijk maken van de kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid, waaronder:

  • Het ziekenhuis krijgt de kans om de geleverde zorg zelf te evalueren en gericht verbetermogelijkheden in het zorgproces aan te wijzen.
  • Het ziekenhuis kan de eigen uitkomsten vergelijken met de landelijke gemiddelden en deze desgewenst laten zien aan de toezichthouder, via Ziekenhuischeck.nl van de NVZ en aan de zorgverzekeraars.
  • Het bevordert transparantie ten aanzien van deze thema’s.
  • Met het inzichtelijk maken van de indicatoren HSMR, OLO en heropnamenratio faciliteert DHD de ziekenhuizen om te voldoen aan de wettelijke verplichtingen van de IGJ.

Laatst gewijzigd op

Hoe kan ik voor 1 juni de gevraagde gegevens aanleveren aan de IGJ?

U kunt de voorlopige HSMR, OLO en Heropnamenratio van uw ziekenhuis op twee manieren aanleveren:

  1. U kunt de gevraagde gegevens met betrekking tot de voorlopige HSMR, OLO en Heropnamenratio zelf aanleveren aan de IGJ met behulp van een online vragenlijst van de IGJ. De link naar deze vragenlijst ontvangt u van de IGJ in een uitnodigingsmail.
  2. U kunt DHD machtigen om de voorlopige HSMR, OLO en Heropnamenratio aan te leveren aan de IGJ. Dit kunt u in dezelfde online vragenlijst van de IGJ aangeven. Hieraan zijn geen kosten verbonden.

Laatst gewijzigd op

Hoe kan mijn ziekenhuis de resultaten van deze rapportage verder analyseren en verbeterpunten formuleren?

U ontvangt samen met de Rapportage LBZ-indicatoren een excelbestand met de onderliggende microgegevens op opnameniveau. Deze kan worden gedownload via Mijn DHD. Hiermee kunt u analyses op opnameniveau uitvoeren en de opnamen opsporen die een bijdrage hebben geleverd aan een eventueel hogere HSMR (voorlopig), OLO en/of Heropnamenratio.

Daarnaast biedt DHD de Hospital Data Viewer (HDV) aan. Hiermee kunt u effectieve en doelgerichte analyses maken door middel van een selectie van dossiers op basis van de HSMR, OLO en/of Heropnamenratio.

Ga naar deze pagina voor meer informatie over hoe u aan de slag kunt met de indicatoren.

Laatst gewijzigd op

Worden opnamen voor COVID-19 meegenomen in de Rapportage LBZ-indicatoren?

De opnamen voor COVID-19 worden met ingang van registratiejaar 2022 meegenomen in de indicatoren, in tegenstelling tot voorgaande jaren. Vorig jaar is een aparte bijlage opgesteld ‘Inzicht in (sterfte)cijfers COVID-19 in 2021’. Het CBS heeft vorig jaar een SMR-model voor COVID-19 ontwikkeld. Dit model heeft voldoende voorspellende waarde. Daarom kunnen de opnamen voor COVID-19 nu meegenomen worden in de bepaling van de HSMR, waarbij gecorrigeerd is voor de kenmerken van opgenomen COVID-19-patiënten. Tevens heeft het CBS dit jaar bij de berekening van het nieuwe heropnamenmodel een model voor COVID-19 ontwikkeld. DHD heeft dit model toegepast om de heropnamenratio’s van COVID-19-patiënten te berekenen. Ook voor de OLO zijn de opnamen voor COVID-19 meegenomen.

Laatst gewijzigd op

Spiegelinformatie Kwaliteitsindicatoren (SKI)

Wat is Spiegelinformatie Kwaliteitsindicatoren (SKI)?

Spiegelinformatie Kwaliteitsindicatoren (SKI) is het instrument voor het benchmarken van de zorginhoudelijke indicatoren die via OmniQ zijn aangeleverd aan het Zorginstituut Nederland en de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). SKI helpt instellingen bij het monitoren en verbeteren van de kwaliteit van zorg.

In SKI ziet u van uw eigen instelling en een vergelijkingsgroep de gemiddelden en spreiding van de aangeleverde indicatoren. Hiervoor zijn uitgebreide benchmarkmogelijkheden beschikbaar. Zo kunt u de indicatoren van uw instelling vergelijken met verschillende typen instellingen (SAZ, STZ, UMC, categoraal, ongebonden en revalidatie).

Ook kunt u specifieke andere instellingen selecteren voor een vergelijking en eigen referentiegroepen samenstellen, bijvoorbeeld met ziekenhuizen uit de regio. De resultaten van uw benchmark(s) kunnen worden geëxporteerd naar Word of Excel.

Naast de benchmarktabellen en grafieken is er een sunburst beschikbaar die in één overzicht laat zien bij welke indicatoren uw instelling het meest afwijkt van het landelijk gemiddelde.

Laatst gewijzigd op

Welke gegevens zijn beschikbaar in SKI?

In SKI worden alleen de indicatoren van de Transparantiekalender en de Basisset MSZ (IGJ) getoond die via OmniQ worden aangeleverd door de ziekenhuizen en revalidatie-instellingen.

Van de Transparantiekalender worden de uitkomst- en procesindicatoren als ook de structuurindicatoren uitgedrukt in volumes getoond. Van de Basisset MSZ worden alleen de indicatoren getoond die zich lenen voor benchmarking. Voor revalidatie-instellingen is ook de interne set van Inzicht in Revalidatie opgenomen.

De gegevens worden jaarlijks in juni bijgewerkt nadat deze zijn gepubliceerd. De gegevens worden overgenomen zoals ze in de openbare databestanden zijn gepubliceerd.

Laatst gewijzigd op

Hoe zijn de gegevens verwerkt in referentiegroepen?

SKI bevat standaard de volgende referentiegroepen:

  • Universitair medische centra (UMC)
  • Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen (STZ)
  • Samenwerkende Algemene Ziekenhuizen (SAZ)
  • Categorale Ziekenhuizen (CAT)
  • Ongebonden instellingen (ONG)
  • Alle ziekenhuizen
  • Revalidatiecentrum poliklinische revalidatie
  • Revalidatiecentrum poliklinische + klinische revalidatie
  • Mytylschool/tyltylschool
  • ZBC poliklinische revalidatie
  • Ziekenhuis poliklinische revalidatie
  • Revalidatie-instellingen
  • ZBC

Bovenstaande groepen kunnen worden bekeken, maar niet worden aangepast of verwijderd. Wel is het mogelijk om zelf groepen aan te maken. Deze groepen zijn alleen voor u zichtbaar.

In de grafieken en tabellen worden voor getallen en aantallen de gemiddelde waarden van alle ziekenhuizen getoond binnen een referentiegroep. Deze cijfers zijn dus inclusief de resultaten van het eigen ziekenhuis, als dit onderdeel is van de referentiegroep. Voor percentages worden de percentages van de verschillende ziekenhuizen opgeteld en vervolgens door elkaar gedeeld.

Laatst gewijzigd op

Hoe krijg ik toegang tot SKI?

Alle ziekenhuizen hebben standaard toegang tot SKI. Dit geldt ook voor de revalidatie-instellingen aangesloten bij Revalidatie Nederland. Als u een DHD-account heeft, kun u daarmee inloggen via https://ski.dhd.nl. Nog geen account? Vraag deze dan aan bij een van de lokaal beheerders van uw ziekenhuis (geen productrecht nodig).

Naar SKI

Laatst gewijzigd op

Verrichtingenbestand (CBV)

Hoe kan ik een nieuwe verrichtingencode/CBV-code aanvragen? Hoe vraag ik mutaties in de koppelingen CBV-codes met ZA-codes aan?

Sinds begin 2019 wordt het CBV slechts voor een kleine groep ziekenhuizen onderhouden. De overige ziekenhuizen hebben eind december 2018 de laatste update ontvangen. Voor meer informatie hierover kunt u contact met ons opnemen.

Contact

Laatst gewijzigd op

Ik wil graag toegang tot het Verrichtingenraadpleegsysteem (VRS). Hoe krijg ik dat?

​​Hiervoor dient u gemachtigd te worden. U kunt dit doen bij de lokaal beheerder van uw instelling. Weet u niet wie uw lokaal beheerder is, neem dan contact op met onze Servicedesk​​.

Contact

Laatst gewijzigd op

Wanneer wordt het Verrichtingenbestand (CBV) uitgeleverd?

Gemachtigde gebruikers van het CBV vinden het uitleverschema​ in Mijn DHD.

Naar Mijn DHD

Laatst gewijzigd op

Verdwijnt het Verrichtingenbestand (CBV)?

Ja, het Verrichtingenbestand (CBV) verdwijnt. Sinds begin 2019 wordt het CBV slechts voor een kleine groep ziekenhuizen onderhouden. Voor de overige ziekenhuizen worden wijzigingsverzoeken niet meer in behandeling genomen en worden geen updates meer uitgeleverd. Omdat de RZ19 van de NZa is opgenomen, kan het CBV nog wel worden gebruikt.

CBV-ziekenhuizen kunnen sinds eind 2017 gebruikmaken van de Verrichtingenthesaurus. Wij raden u aan hiervoor een impactanalyse uit te voeren. Neem voor meer informatie contact met ons op.

Contact

Laatst gewijzigd op

Verrichtingenthesaurus

Waarvoor kan de Verrichtingenthesaurus worden gebruikt?

Met de Verrichtingenthesaurus worden medische handelingen gestandaardiseerd vastgelegd in het epd, in de taal die medisch specialisten in de praktijk gebruiken. De termen in de thesaurus zijn gekoppeld aan de internationale standaarden SNOMED CT en/of LOINC.

Deze landelijk gestandaardiseerde vastlegging van verrichtingen zorgt voor tal van voordelen, zoals een efficiëntere administratie en verlaging van de registratielast. De vastgelegde gegevens kunnen voor meerdere doeleinden worden gebruikt. Voorbeelden hiervan zijn:

  • uitwisseling tussen zorgverleners en met patiënten
  • stuurinformatie en benchmarking
  • aanlevering aan landelijke dataverzamelingen
  • wetenschappelijk onderzoek en externe rapportages

​Zo kunnen in de toekomst praktische toepassingen aan de Verrichtingenthesaurus worden gekoppeld. Bij de Diagnosethesaurus gebeurt dit al. Een voorbeeld is de vastlegging van zeldzame aandoeningen.

De termen in de Verrichtingenthesaurus leiden, waar relevant, automatisch af naar ZA-codes ten behoeve van declaraties. Deze hoeven daardoor niet afzonderlijk te worden geregistreerd.

Laatst gewijzigd op

Wat zijn de voordelen van de Verrichtingenthesaurus ten opzichte van het Verrichtingenbestand (CBV), eigen lijsten of rechtstreeks registreren op zorgactiviteit (ZA)?

Ziekenhuizen registreren verrichtingen op verschillende manieren. Door gebruik te maken van de Verrichtingenthesaurus kunnen ziekenhuizen voordelen behalen op het gebied van kwaliteit, tijd, uitwisselbaarheid en mogelijkheden tot meervoudig gebruik. De voordelen verschillen tussen ziekenhuizen die verrichtingen registreren op basis van het Verrichtingenbestand (CBV), ZA-codes of eigen lijsten. Hieronder vindt u een beknopt overzicht.

Verrichtingenbestand (CBV)
Het CBV is 30 jaar oud en toe aan een opschoning. De Verrichtingenthesaurus voorziet onder andere in deze behoefte. Sinds begin 2019 wordt het CBV slechts voor een kleine groep ziekenhuizen onderhouden. De overige ziekenhuizen hebben eind december 2018 de laatste update ontvangen.

Eigen lijsten
​Eigen lijsten werpen een barrière op voor de uitwisselbaarheid van de data. Tevens vragen deze lijsten veel onderhoud per ziekenhuis. De Verrichtingenthesaurus wordt centraal beheerd en onderhouden, waardoor onderhoudskosten slechts eenmalig hoeven worden gemaakt. Verder biedt de Verrichtingenthesaurus uitwisselmogelijkheden op landelijk en internationaal niveau.

Zorgactiviteiten (ZA's)
De ZA’s zijn ontwikkeld voor financiële registratie onder regie van de NZa. Ze zijn weinig gedetailleerd en niet geschikt voor medische en kwaliteitsregistratie. Tevens dreigen de ZA's steeds minder specifiek te worden. Om medische en kwaliteitsregistratie bij te houden en gelijktijdig een automatische afleiding naar de ZA’s te faciliteren, biedt de Verrichtingenthesaurus uitkomst.

Laatst gewijzigd op

Is gebruik van de Verrichtingenthesaurus verplicht?

Het gebruik van de Verrichtingenthesaurus is niet verplicht. Ziekenhuizen hebben zich gecommitteerd aan het programma ‘Registratie aan de bron’. Hierbij gaat het om afspraken omtrent het eenduidig, eenmalig registreren voor meervoudig gebruik in zorgsystemen. Voorbeelden hiervan zijn de zorginformatiebouwstenen (zibs) en de Basisgegevensset Zorg. De thesauri zijn hulpmiddelen om dit in de praktijk mogelijk te maken.

Laatst gewijzigd op

Welke impact heeft implementatie van de Verrichtingenthesaurus op mijn ziekenhuis?

Implementatie van de Verrichtingenthesaurus heeft impact op diverse afdelingen en processen:​

  • Zorgverleners
  • Zorgadministratie
  • Financiën
  • Data
  • Externe aanleveringen
  • ICT

Hoe groot deze impact is, is sterk afhankelijk van het type instelling en de huidige manier van registreren (CBV, eigen lijsten of rechtstreeks op ZA-code). In de implementatiehandreiking, die u op deze pagina kunt downloaden, wordt deze impact nader toegelicht.

Wij raden ziekenhuizen aan om vóór implementatie van de Verrichtingenthesaurus een impactanalyse uit te voeren. Neem voor meer informatie contact met ons op.

Contact

Laatst gewijzigd op

Hoe is de lateraliteit gewaarborgd in de Verrichtingenthesaurus?

In uitleverformaat 4.2 van de thesauri kunnen voor lateraliteit de volgende waarden worden geselecteerd: ‘Altijd van toepassing’, ‘Mogelijk van toepassing’, ‘Nooit van toepassing’, ‘Links’ (indien altijd een linkszijdige diagnose of verrichting), ‘Rechts’ (indien altijd een rechtszijdige diagnose of verrichting), ‘Beiderzijds’ (indien altijd een bilaterale diagnose of verrichting) of 'Niet bepaald'. Hoe dit in de interface aan de gebruiker wordt getoond, is afhankelijk van de gebruikte software.

Laatst gewijzigd op

Ik wil graag een term of afleiding in de Verrichtingenthesaurus laten aanpassen. Hoe doe ik dit?

Lokaal beheerders kunnen onder bepaalde voorwaarden een wijzigingsverzoek indienen. Via onderstaande button leest u in welke gevallen dit mogelijk is en hoe u dat doet.

Meer informatie

Laatst gewijzigd op

Ik kan een voorkeursterm niet vinden in de Verrichtingenthesaurus.

​Mogelijk zoekt u op een manier die niet overeenkomt met hoe de voorkeursterm in de Verrichtingenthesaurus is opgenomen. Voor uitgebreidere zoekmogelijkheden in de Verrichtingen- en Diagnosethesaurus hebben wij de T-Rex ontwikkeld. Met de T-Rex kunt u alle voorkeurstermen in de Diagnose- en Verrichtingenthesaurus vinden die een (deel van een) woord van uw zoekopdracht bevatten. U vindt de T-Rex hier.

Vindt u de voorkeursterm alsnog niet, dan komt de verrichting mogelijk niet voor in de Verrichtingenthesaurus. In dat geval kunt u onder bepaalde voorwaarden een wijzigingsverzoek aanvragen. Klik hier voor meer informatie.

Naar de T-Rex

Laatst gewijzigd op

Verdwijnt het Verrichtingenbestand (CBV)?

Ja, het Verrichtingenbestand (CBV) verdwijnt op termijn. Sinds begin 2019 wordt het CBV slechts voor een kleine groep ziekenhuizen onderhouden. Voor de overige ziekenhuizen worden wijzigingsverzoeken niet meer in behandeling genomen en worden geen updates meer uitgeleverd. Omdat de RZ19 van de NZa is opgenomen, kan het CBV nog wel worden gebruikt.

CBV-ziekenhuizen kunnen sinds eind 2017 gebruikmaken van de Verrichtingenthesaurus. Wij raden u aan hiervoor een impactanalyse uit te voeren. Neem voor meer informatie contact met ons op.

Contact

Laatst gewijzigd op