Je browser is verouderd en geeft deze website niet correct weer. Download een moderne browser en ervaar het internet beter, sneller en veiliger!

'Onderbouwd met elkaar in gesprek over geneesmiddelen'

Mei 2018

Met de Geneesmiddelenmonitor kan de inzet van dure geneesmiddelen worden vergeleken met andere ziekenhuizen. Deze benchmark levert interessante inzichten op voor het toetsen en verantwoorden van het gevoerde beleid. Daarmee is de Geneesmiddelenmonitor een krachtig instrument voor de ziekenhuisapotheker, stelt Pieter Helmons.

Helmons is zelf ook ziekenhuisapotheker. In het St Jansdal is hij betrokken bij alle stappen die horen bij de medicatieverstrekking aan patiënten. Van het voorschrijven van geneesmiddelen tot de distributie en monitoring. Een van zijn grootste uitdagingen is de grote druk op de kosten. Helmons: ‘De kosten van dure medicijnen stijgen met zo’n 5 tot 10 procent per jaar. Ziekenhuizen lopen het risico dat ze daar niet tegenop kunnen budgetteren.’

Dat brengt lastige afwegingen met zich mee, legt hij uit. ‘Hoe zet je de meerwaarde van een medicijn af tegen je patiëntenpopulatie? Je wilt de patiënt niet onthouden van potentieel goede medicatie, maar je wilt ook niet voor de troepen uitlopen zonder dat de meerwaarde is bewezen. Daarom is het goed om daar samen met andere ziekenhuizen naar te kijken. Is een medicijn onmisbaar of nice to have?’

Amerika als voorbeeld

Toen de apotheker van 2007 tot 2012 werkzaam was in een academisch ziekenhuis in de Verenigde Staten had hij een instrument tot zijn beschikking waarmee hij die vragen kon beantwoorden. Helmons: ‘Door onderling onze uitkomsten te vergelijken, kwamen we interessante verbeterpunten op het spoor. Zo zagen we dat ons ziekenhuis bovengemiddeld vaak gebruikmaakte van bloedfactor 7 bij levertransplantaties omdat de bloedbank regelmatig te weinig bloed ter beschikking stelde. Dat is de kracht van zo’n monitor. Je gebruikt de uitkomsten niet om met een beschuldigende vinger naar elkaar te wijzen, maar om processen te optimaliseren. Als ziekenhuizen leer je van elkaar.’

Terug in Nederland ging hij op zoek naar een soortgelijke monitor. De belangrijkste randvoorwaarde was er al: de Nederlandse ziekenhuizen leveren LBZ-data bij DHD aan. ‘Bovendien heeft DHD als onderdeel van de NVZ en NFU een onafhankelijke sfeer en zijn de governance en databeveiliging goed geregeld. Doordat de ziekenhuizen al lid zijn van DHD kunnen ze eenvoudig gebruikmaken van de infrastructuur.’

Geneesmiddelenmonitor

In 2017 werd de Geneesmiddelenmonitor gelanceerd als onderdeel van het DHD-dashboard. Met de monitor, een initiatief van de NVZ, NFU, NVZA en DHD, kan het eigen ziekenhuis worden vergeleken met andere ziekenhuizen op het gebied van de inzet van dure geneesmiddelen. Kom je daarbij afwijkingen tegen, dan kan dat aanleiding zijn om die nader te onderzoeken.

Ook kan de monitor worden gebruikt om inzichten op te doen met betrekking tot nieuwe medicijnen. Helmons: ‘Neem bijvoorbeeld het middel Omalizumab (Xolair®). Dat medicijn wordt vooral voorgeschreven door longartsen, maar onlangs stond in een artikel in het Geneesmiddelenbulletin1 dat tien jaar na introductie nog steeds niet bekend is of het echt meerwaarde heeft. Met de Geneesmiddelenmonitor kun je inzichten opdoen over hoe anderen het gebruiken en op basis daarvan je eigen keuze onderbouwd onder de loep nemen.’

Kwaliteit van zorg als uitgangspunt

De Geneesmiddelenmonitor wordt regelmatig uitgebreid en verbeterd op basis van wensen vanuit de praktijk. Zo kunnen sinds 2018 selecties op diagnosegroep worden gemaakt en zijn zorginhoudelijke filters op basis van de G-standaard toegevoegd. Volgens Helmons levert dat veel voordelen op. ‘Dat is een enorme verbetering waar we vanaf het begin al op azen. Doordat je bijvoorbeeld kunt inzien voor welke diagnose een middel is voorgeschreven, kun je eenvoudig vergelijkingen maken met soortgelijke middelen.’

En dat is volgens hem hoe het bedoeld is. ‘Het eerste initiatief was gebaseerd op vergelijkingen van inkoopgegevens. Daar gaat het natuurlijk niet om bij het voorschrijven van geneesmiddelen. Je wilt specifiek naar de zorginhoudelijke kant kijken, bijvoorbeeld naar longpatiënten die gebruikmaken van een ander middel dan Omalizumab. Nu kun je veel beter die vergelijkingen maken en onderbouwd met elkaar in gesprek gaan. De Geneesmiddelenmonitor kan een onderbouwd antwoord geven op het adagium duur wanneer het moet, goedkoop wanneer het kan.’

Toegang tot de Geneesmiddelenmonitor

Wilt u ook gebruikmaken van de Geneesmiddelenmonitor in het DHD-dashboard? Ziekenhuizen die zijn aangesloten bij de NVZ of NFU kunnen eenvoudig toegang krijgen. U kunt een account aanvragen via de lokaal beheerder in uw ziekenhuis. Weet u niet wie dit is of is er nog geen aangesteld? Neem dan contact met ons op.


1) https://www.ge-bu.nl/artikel/t...